Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
aangeven dat de huur/gebruikersovereenkomst woning/weiland van 01 januari 2006, eind december 2005 door hen is opgesteld en ondertekend, en/of
aangeven dat de huur/gebruikersovereenkomst woning/weiland van 01 januari 2006, eind december 2005 door hen is opgesteld en ondertekend, en/of
- die overeenkomsten en die verklaringen gedateerd en ondertekend op een andere datum dan waarop de overeenkomsten in werkelijkheid is/zijn opgemaakt en/of ondertekend en
- die gespreksverslagen uit naam van [persoon 2] , althans een ander dan verdachte en/of zijn mededaders, opgemaakt en/of doen voorkomen alsof er gesprekken zijn gevoerd door [persoon 2] , [bedrijf 2] en [persoon 3] waarbij afspraken zijn gemaakt terwijl deze gesprekken in werkelijkheid nooit hebben plaatsgevonden en
- die brieven uit naam van een ander dan verdachte en/of zijn mededaders te weten [persoon 2] en [persoon 5] opgemaakt en/of doen voorkomen alsof die [persoon 2] en [persoon 5] zich (telkens) vereenzelvigen met de inhoud van de brieven en
- een lijst opgemaakt waaruit zou moeten blijken dat er betalingen hebben plaatsgevonden welke in werkelijkheid niet hebben plaatsgevonden en/of
- post-it’s uit naam van [persoon 5] , althans een ander dan verdachte en/of zijn mededaders, opgemaakt en/of doen voorkomen alsof de notities op deze post-its aan [persoon 8] en [persoon 9] zijn verstrekt en/of doen voorkomen alsof [persoon 5] zich (telkens) vereenzelvigd met de inhoud van de post-its
- het voegen in juridische procedures door verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of bedrijven en/of
- het als bijlage voegen bij gedane aangiftes en/of in brieven gericht aan de Belastingdienst en/of de Minister van Justitie en Veiligheid en/of de Hoge Raad en/of de Landsadvocaat en/of de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket door of namens verdachte en/of zijn mededader(s)
zaaksdossier 2: de in de tenlastelegging opgenomen documenten:
- DOC-001: de “huur gebruiksovereenkomst”;
- DOC-002: de “overeenkomst van gebruik en koop”;
- DOC-003: de schriftelijke verklaring van verdachte, zijn echtgenote en zijn zoon d.d. 19 februari 2016;
- DOC-010: de schriftelijke verklaringen van verdachte, zijn echtgenote, zijn zoon en zijn dochter van februari 2016;
“weilanddocumenten”.
zaaksdossier 1: de in de tenlastelegging opgenomen documenten:
- DOC-074, DOC-040, DOC-027: gespreksverslagen tussen [persoon 2] , [persoon 3] en [bedrijf 2] ;
- DOC-028: een brief van [persoon 2] aan [persoon 4] d.d. 29 mei 2012;
- DOC-065, DOC-066, DOC067: brieven van [persoon 2] aan de [bank] , ter attentie van [bedrijf 2] ;
- DOC-041, DOC-069, DOC-085: brieven van [persoon 5] aan [persoon 4] ;
- DOC-042: een brief van [persoon 5] aan [persoon 6] d.d. 23 januari 2013;
- DOC-070: een lijst met betalingen verricht in juli 2012 door [persoon 7] ;
“brievenbusdocumenten”.
zaaksdossier 3: de in de tenlastelegging opgenomen documenten:
- DOC-077: een post-it op een brief van het Ministerie van V&J d.d. 07 maart 2016;
- DOC-082: een post-it op een brief van het klachtenbureau rechtbank Overijssel d.d. 16 november 2015;
- DOC-091: een post-it op een brief van het Ministerie van Financiën d.d. 1 december 2015;
- DOC-092: een post-it op een brief van het Gerechtsbestuur Arnhem d.d. 11 december 2015;
- DOC-106: een post-it op een afschrift van het vonnis van Rechtbank Zutphen in kort geding d.d. 20 december 2012 en een post-it op een afschrift van het vonnis van de rechtbank Zwolle d.d. 15 februari 2013;
“post-it-documenten”.
1.Is DOC-001 een vals of vervalst geschrift?
en rekening houdend met de huur/ gebruiksovereenkomst tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] over de schuur/paardenstallen en andere faciliteiten die zijn gelegen op of rond het erf van [adres] . Deze huur en gebruiksovereenkomst gedateerd 1 januari 2006 zal onverminderd van kracht blijven (….)”.
2.Wie heeft DOC-001 valselijk opgemaakt?
3.Heeft verdachte gebruik gemaakt van DOC-001?
medeplegenvan het gebruik maken van DOC-001 niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte in zoverre vrijspreken.
Deze huur en gebruiksovereenkomst gedateerd 1 januari 2006 (…)” is niet vals, omdat deze overeenkomst “gedateerd 1 januari 2006” daadwerkelijk bestaat. Dat die overeenkomst een valsheid bevat, maakt dit niet anders.
1.Is DOC-003 een vals of vervalst geschrift?
mondelingzijn overeengekomen en pas medio 2007 op schrift zijn gesteld, staat naar het oordeel van de rechtbank zover af van de letterlijke tekst van DOC-003, dat die verklaring ongeloofwaardig is. Daar komt bij dat als eind 2005 nog niet bekend was wie de contractspartij van verdachte zou worden ( [medeverdachte 1] of het bedrijf van [medeverdachte 1] ), hetgeen volgens verdachte de reden was om het vooralsnog bij mondelinge afspraken houden, er feitelijk geen overeenkomst
kanzijn “opgesteld” vanwege het ontbreken van een contractspartij voor wie de overeenkomst dan zou gelden.
2.Wie heeft DOC-003 valselijk opgemaakt?
3.Heeft verdachte gebruik gemaakt van DOC-003?
1.Zijn de brievenbusdocumenten vals of vervalste geschriften?
2.Heeft verdachte de brievenbusdocumenten valselijk opgemaakt of laten opmaken?
3.Wist verdachte dat de brievenbusdocumenten vals waren?
4.Heeft verdachte gebruik gemaakt van de brievenbusdocumenten?
medeplegenvan het gebruik maken van de documenten niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken.
1.Zijn de post-it-documenten valse of vervalste geschriften?
2.Heeft verdachte de post-it-documenten valselijk opgemaakt of laten opmaken?
- DOC-106 betreft vonnissen in een zaak van [stichting] . Aan deze stichting waren verdachte, zijn echtgenote en zijn zoon verbonden. Er is geen reden om aan te nemen dat dit vonnis uitsluitend naar verdachte in privé zou zijn gestuurd. Dit vonnis kan met een begeleidend schrijven zijn gestuurd naar [stichting] of naar gezinsleden van verdachte. Het vonnis kan dus best op het adres van verdachte zijn bezorgd.
- DOC-092 is een brief, gericht aan [medeverdachte 3] (de dochter van verdachte) en [medeverdachte 1] (de zoon van verdachte) op het adres [adres] te [woonplaats] . De brief was niet bestemd voor verdachte en moet dus gewoon zijn bezorgd op genoemd het adres van verdachte.
- De zoon van verdachte heeft dezelfde voorletters als verdachte en hij gebruikte hetzelfde adres. DOC-077, DOC-082 en DOC-091 zijn brieven gericht aan [medeverdachte 1] op het adres of “p/a” [adres] te [woonplaats] . Op het oog konden deze brieven dus bestemd zijn voor de zoon van verdachte, zodat het niet ondenkbeeldig is dat deze brieven ten onrechte buiten de postblokkade zijn gebleven.
- DOC-091 is op het kantooradres van [persoon 6] binnengekomen, maar dan als bijlage bij een begeleidend schrijven. Dit stemt overeen met de inhoud van DOC-091, waarin staat “Een afschrift van deze brief stuur ik ter informatie aan uw curator, mr. [persoon 6] .” Kennelijk is het origineel niet afzonderlijk bij de curator binnengekomen. Het ligt niet voor de hand dat het origineel bij een ander dan de geadresseerde, [medeverdachte 1] te [woonplaats] , terecht is gekomen.
- DOC-077 is daadwerkelijk bij verdachte in huis is aangetroffen (DOC-077a).
- Tot slot is een postblokkade niet ongeclausuleerd. Afgezien daarvan, is niet uit te sluiten dat een postblokkade niet altijd feilloos werkt.
3.Heeft verdachte gebruik gemaakt van de post-it-documenten?
medeplegen van het gebruik makenvan de documenten niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken.
- het voegen in juridische procedures door verdachte en
- het als bijlage voegen bij een gedane aangifte door verdachte
- die gespreksverslagen uit naam van [persoon 2] zijn opgemaakt en/of doen voorkomen alsof er gesprekken zijn gevoerd door [persoon 2] , [bedrijf 2] en [persoon 3] waarbij afspraken zijn gemaakt terwijl deze gesprekken in werkelijkheid nooit hebben plaatsgevonden en
- die brieven uit naam van [persoon 2] en [persoon 5] zijn opgemaakt en/of doen voorkomen alsof die [persoon 2] en [persoon 5] zich (telkens) vereenzelvigen met de inhoud van de brieven en
- uit voormelde lijst zou moeten blijken dat er betalingen hebben plaatsgevonden welke in werkelijkheid niet hebben plaatsgevonden,
- het voegen in juridische procedures door verdachte en
- het als bijlage voegen bij gedane aangiftes en/of in brieven gericht aan de Belastingdienst en/of de Minister van Justitie en Veiligheid en/of de Hoge Raad en/of de Landsadvocaat en/of de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket door of namens verdachte
post-its uit naam van [persoon 5] opgemaakt en heeft doen voorkomen alsof de notities op deze post-its aan [persoon 8] en [persoon 9] zijn verstrekt en heeft doen voorkomen alsof [persoon 5] zich (telkens) vereenzelvigt met de inhoud van de post-its
- het voegen in een juridische procedure door verdachte en
- het als bijlage voegen bij brieven gericht aan de Hoge Raad en/of de Landsadvocaat en/of de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket door of namens verdachte
gevangenisstrafvoor de duur van
drie jarenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.