ECLI:NL:RBOBR:2020:508
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van poging tot doodslag met voorwaardelijk opzet en verwerping van putatief noodweer(exces)
Op 3 februari 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van poging tot doodslag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte op 1 januari 2019 in Eindhoven een slachtoffer heeft aangevallen. De verdachte heeft het slachtoffer meermalen met kracht tegen het hoofd geschopt en met een schroevendraaier geslagen, terwijl het slachtoffer al op de grond lag en weerloos was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer, ondanks dat de verdachte niet de intentie had om het slachtoffer te doden. Het verweer van de verdediging, dat de verdachte handelde uit noodweer, werd verworpen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 48 maanden op, met aftrek van voorarrest, en een schadevergoeding van € 15.010,52 aan de benadeelde partij. De rechtbank oordeelde dat de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vereisten. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk werd gesteld voor de schade.