Op 14 oktober 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 15 september 2019 in Eindhoven, waar de verdachte twee keer met een mes stak in de richting van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van boos opzet, maar wel van voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer. De verdachte had zich in een noodweersituatie bevonden, maar handelde disproportioneel door met een mes uit te halen. Het beroep op noodweer en noodweerexces werd verworpen, omdat niet aannemelijk was dat de verdachte handelde uit een hevige gemoedsbeweging. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 36 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd een vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en wettelijke rente.