Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 juli 2020 met 18 producties
- de brief van mr Van den Boogaard van 13 augustus 2020 met als bijlage de conclusie van antwoord in kort geding met 22 producties
- de door mr. Van den Boogaard per mail van 14 augustus 2020 nagezonden productie 23
- de door mr. Bavelaar bij e-mail van 17 augustus 2020 nagezonden productie 19
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser] .
[eiser] was in persoon aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat. [gedaagde] was ter zitting vertegenwoordigd door haar bestuurder de heer [naam] en bijgestaan door haar advocaat. Partijen hebben ter zitting hun standpunten nader toegelicht en zijn over en weer in de gelegenheid gesteld op elkaars stellingen te reageren. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden.
2.De feiten
left front just below carpus small palpable swelling because of old tendon injury, no clinical remarks by now (…) The horse receives a normal medical risk(…)”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
980,00