ECLI:NL:RBOBR:2020:4036
Rechtbank Oost-Brabant
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Schorsing van ontruiming in kort geding met betrekking tot geregistreerd partnerschap en voorlopige voorzieningen
In deze zaak, die op 13 augustus 2020 door de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een man en een vrouw die in een geregistreerd partnerschap leven. De vrouw heeft op 15 mei 2020 een verzoekschrift ingediend om het geregistreerd partnerschap te ontbinden en verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. De rechtbank heeft op 12 mei 2020 de vrouw dit gebruik toegewezen, met een ontruiming die op 24 mei 2020 zou plaatsvinden. Echter, partijen hebben afgesproken dat zij in de woning zouden blijven wonen, mits de man de verkoop van de woning zou opstarten, wat hij niet deed. Op 6 augustus 2020 heeft de advocaat van de vrouw de man een ultimatum gesteld om de woning te verlaten, waarna de deurwaarder op 12 augustus 2020 de man heeft geïnformeerd over de ontruiming die de volgende dag zou plaatsvinden. De man heeft hiertegen een kort geding aangespannen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de voorgenomen ontruiming niet onrechtmatig is, maar dat er bij de uitvoering van de ontruiming formele vereisten zijn verzuimd. De deurwaarder had de man een redelijke termijn moeten geven om de woning vrijwillig te verlaten, wat niet is gebeurd. Hierdoor is de executie van de beschikking van 12 mei 2020 geschorst totdat aan de vereisten voor een nieuwe ontruimingsdatum is voldaan. De kosten voor het herstellen van dit verzuim komen voor rekening van de vrouw, en de proceskosten worden gecompenseerd tussen partijen.