Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[naam verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
Bronnen:
Bewijsmiddelen.
Overwegingen ten aanzien van de bewezenverklaring.
Feit 1.
Feit 2.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van de feiten en van verdachte.
Oplegging van straf.
De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 3] .
blijvendletsel. Aldus is niet aan de bij Wet gestelde vereisten voor toekenning van affectieschade voldaan.
Het bieden van gelegenheid tot nadere onderbouwing zou, mede gezien de duur van het strafproces tot nu toe, een onevenredige belasting hiervan opleveren.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
T.a.v. feit 1:poging tot doodslag, meermalen gepleegd.T.a.v. feit 2:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie,begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
T.a.v. feit 1, feit 2:- een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaar met aftrek overeenkomstig artikel 27
maatregel van schadevergoedingvan € 15.841,16 subsidiair 114 dagen gijzeling.
maatregel van schadevergoedingvan € 6.008,94 subsidiair 65 dagen gijzeling.