ECLI:NL:RBOBR:2020:3751
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met dodelijke afloop door roekeloos rijgedrag
Op 31 juli 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als bestuurder van een personenauto betrokken was bij een verkeersongeval op 28 februari 2019 te Best. Bij dit ongeval is de bijrijder van de verdachte, genaamd [slachtoffer], overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte roekeloos heeft gereden door met een snelheid van ongeveer 100 km/u, terwijl de maximumsnelheid 80 km/u was, en door een scherpe stuurbeweging naar links te maken. Dit leidde tot het verlies van de controle over het voertuig, waardoor de auto in de middenberm botste tegen een lantaarnpaal en verkeersbord. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden, wat heeft geleid tot de dood van zijn bijrijder. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 377 dagen, waarvan 365 dagen voorwaardelijk. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij, de nabestaanden van het slachtoffer, toegewezen tot een bedrag van € 21.163,30, bestaande uit € 20.000,-- aan affectieschade en € 1.163,-- aan materiële schadevergoeding. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toegewezen en de verdachte veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding, met wettelijke rente vanaf de datum van het delict.