Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 april 2019 en de daarin genoemde stukken,
- de akte verstrekking inlichtingen, overlegging producties en verzoek terugkomen op eindbeslissing van de gemeente van 12 juni 2019,
- de akte rectificatie van de gemeente van 19 juni 2019,
- de antwoordakte van [eiseres] van 7 augustus 2019,
- de akte overlegging producties van de gemeente van 23 januari 2020,
- het proces-verbaal van pleidooi van 29 juni 2020. Partijen hebben gepleit aan de hand van pleitaantekeningen, die aan het proces-verbaal gehecht zijn.
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
€ 100,-aan bespaarde kosten.
€ 200,-
€ 218,50(190 hoeveelheden x € 1,15 eenheidsprijs)
€
621,60(280 hoeveelheden x € 2,22 eenheidsprijs).
€ 97,68. (44 m3 x € 2,22)
362,23(260.6 m3 x € 1,39).
€ 6.570,-(40 x € 164,25).
4.503,92(252,32 x € 17,85).
1.236,40
€ 2,14 x 700 = €
1.498,-
1.108,88
584,60 (316 x € 1,85).
18.862,45uitgaande van de door [eiseres] begrote kosten en hoeveelheden.
6.743,16
350,-)kan daarom niet als besparing worden beschouwd.
Ten aanzien van 304020 stelt de gemeente dat [eiseres] dit niet kan hebben uitgevoerd, omdat de aansluitingen nog niet waren uitgevoerd, zodat de revisiegegevens daarvan niet kunnen zijn ingemeten. Dit is door [eiseres] niet nader weersproken. Dit moet daarom wel als een bespaarde post worden aangemerkt. Het gaat om een bespaard bedrag van €
350,-
8.213,77.
81,79
6.982,50
102,-
2.273,59.
513,40.
€
375,84.
€
176,00.
€ 1.545,44
3.813,87
€ 1.462,30. Zij heeft dat bedrag echter niet nader onderbouwd. Voor het overige heeft zij het verweer gevoerd dat zij het materieel en personeel niet elders kon inzetten.
De gemeente heeft hiertegen ingebracht dat het ook hier ging om werk dat volgens de planning van [eiseres] pas eind februari zou worden verricht. Met de gemeente is de rechtbank van oordeel dat [eiseres] haar verweer op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd.
7.617,26.Daarbij is uitgegaan van de door [eiseres] opgegeven verschillende eenheidsprijzen en hoeveelheden.
62.289,36.
2.078,27.
1.491,20.
154.187,53.
€ 193,20 als “correctie meerwerk” opgenomen. Deze correctie heeft de rechtbank echter al verdisconteerd in de optelling van het meerwerk (4.49 en 4.53 tussenvonnis).