ECLI:NL:RBOBR:2020:3710

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 juli 2020
Publicatiedatum
28 juli 2020
Zaaknummer
8612744 \ EJ VERZ 20-36
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handlichting voor minderjarige ten behoeve van aankoop appartement

In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, is op 21 juli 2020 uitspraak gedaan in de zaak van Lin Aarts, een minderjarige geboren op 28 september 2002. Aarts heeft verzocht om handlichting op basis van artikel 1:235 BW, zodat zij bepaalde bevoegdheden kan verkrijgen van een meerderjarige. Dit verzoek is ingediend omdat Aarts van plan is om in Utrecht te gaan studeren en daar een appartement wil kopen. De aankoop is gepland op 1 september 2020, kort voor haar achttiende verjaardag. De ouders van Aarts, die het gezag over haar uitoefenen, hebben ingestemd met het verzoek tot handlichting.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat aan alle voorwaarden voor het verlenen van handlichting is voldaan. Het verzoek is toegewezen, maar de kantonrechter heeft benadrukt dat de handlichting Aarts niet de volledige bekwaamheid geeft alsof zij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt. De handlichting geeft haar enkel de machtiging om de voorlopige koopakte te ondertekenen, maar niet om te participeren in het notariële transport van het appartement. De beschikking is niet onmiddellijk van kracht, maar gaat in op de datum van publicatie, zodat derden kennis kunnen nemen van de handlichting. De kantonrechter heeft bepaald dat de beschikking gepubliceerd moet worden in de Staatscourant en op de website van de Rechtspraak, zonder anonimisatie.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Civiel Recht
Zittingsplaats Eindhoven
zaaknummer 8612744 \ EJ VERZ 20-36
Beschikking d.d. 21 juli 2020
in de zaak van
Lin Aarts,
geboren op 28 september 2002,
wonende te 5751 KR Deurne aan de Martinetstraat 25,
verzoekster,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek tot handlichting ex artikel 1:235 BW met bijlagen, ingekomen ter
griffie op 13 juli 2020;
- de mondelinge behandeling per skypeverbinding, gehouden op 14 juli 2020, waaraan werd deelgenomen door Aarts, haar vader Wilhelmus Willibrordus Martinus Aarts en haar moeder Marieke van Horen.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Lin Aarts (hierna: Aarts) wenst bepaalde bevoegdheden te krijgen van een meerderjarige.
De reden hiervoor is dat zij in Utrecht gaat studeren en daar een appartement wil kopen
2.2.
De aankoop zal plaatsvinden op 1 september 2020 en dat is net iets minder dan een maand
voordat zij 18 jaar (28 september 2020) zal worden. Verder moet er daarvoor een betaling gedaan worden tot een bedrag van € 343.000,00. Het financieel risico wordt door borgstelling van beide ouders gedragen.
2.3.
Aarts is nu 17 jaar oud. Haar vader en moeder, die het gezag over haar uitoefenen, stemmen in met de verzochte handlichting.
2.4.
Nu ook van voldoende belang is gebleken, is aan alle voorwaarden voor het verlenen van de handlichting voldaan.
2.5.
Gelet op het verzoek, en wat ter zitting is besproken, en artikel 1:235 BW is de
kantonrechter van oordeel dat het verzoek kan worden toegewezen. De minderjarige verkrijgt door handlichting echter niet een algemene, ongeclausuleerde bekwaamheid alsof zij de leeftijd van achttien jaren zou hebben bereikt. De kantonrechter wijst bovendien op het derde lid van artikel 1:235 BW, waarin is bepaald dat de minderjarige door de handlichting niet bekwaam wordt tot het
beschikkenover registergoederen, effecten of door hypotheek gedekte vorderingen. Anders gezegd: handlichting kan Aarts niet machtigen tot medewerking aan het notariële transport. De kantonrechter geeft dan ook alleen machtiging tot
koopvan het appartement in Utrecht (het tekenen van wat de voorlopige koopakte wordt genoemd).
2.6.
Tot slot wordt het volgende overwogen. De bij deze beschikking verleende handlichting werkt niet reeds vanaf de datum van de beschikking, maar eerst vanaf de datum van publicatie zodat derden daarvan kennis kunnen nemen. Artikel 1:237 lid 1 BW bepaalt dat de beschikking waarbij handlichting is verleend, bekend moet worden gemaakt in de Staatscourant en twee in de beschikking aan te wijzen dagbladen. De bedoeling van de wetgever is daarbij geweest dat op die manier zoveel mogelijk personen kennis kunnen nemen van de handlichting. Tegenwoordig is echter toegang tot internet voor (vrijwel) iedereen beschikbaar en publicatie van de handlichting op internet geeft naar het oordeel van de kantonrechter eenzelfde, of zelfs ruimer, bereik. Nu de Staatscourant op internet beschikbaar is kan daarmee worden volstaan; publicatie is dan overigens kosteloos . Daarnaast zal de beschikking (niet geanonimiseerd) door de griffier worden gepubliceerd op de internetpagina
www.rechtspraak.nl, zodat de inhoud daarvan ook via die weg kenbaar is.

3.De beslissing

De kantonrechter:
verleent aan Lin Aarts, geboren op 28 september 2002, handlichting tot koop van het appartement te Utrecht;
draagt Lin Aarts op deze beschikking te publiceren in de Staatscourant;
bepaalt dat deze beschikking door de griffier van deze rechtbank niet geanonimiseerd zal worden gepubliceerd de internetpagina www.rechtspraak.nl.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.M. Knaapen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2020, in tegenwoordigheid van de griffier.