Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 december 2019
- het proces-verbaal van comparitie van 18 mei 2020.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
.Tijdens de zitting is door [gedaagden] opgemerkt dat het bouwsel wat hem betreft geen tweede carport is, waardoor het niet aannemelijk is dat hiervoor specifiek toestemming is gevraagd. Rihend Verhuur B.V. zelf geeft aan voorwaardelijke toestemming te hebben gegeven voor de uitbreiding van de
schuur.
“Mijn broer [gedaagde 1] eigenaar van kavel [kavelnummer] en ik hadden plannen om onze
Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.”
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)