Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
CIBT Visumdienst B.V.
1.Het verloop van het geding
- de dagvaarding (met producties) van CIBT;
- de conclusie van antwoord (met producties) van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van de zitting gehouden op 24 januari 2020;
- de conclusie na comparitie (met producties) van CIBT;
- de antwoordakte na comparitie (met producties) van [gedaagde] ;
- de akte uitlaten producties van CIBT.
2.Inleiding en feiten
Op 30-01-2018 heb ik telefonische contact gehad met het kantoor voor een aanvraag van een visum naar Kenia. Mijn vraag was; Wat kost dit en toen werd mij gezegd + € 70,00 en ben daarmee akkoord gegaan ook de fam. [naam] , en zijn de papieren gaan invullen op
Het spijt ons te moeten vernemen dat u de diensten van CIBTvisas niet als positief heeft ervaren en achteraf te duur vind.
3.Het geschil
4.De beoordeling
4.1. Overigens zou bij de omstandigheden die in het geding bekend geworden zijn, de vordering tegen vader [gedaagde] afgewezen worden.
pas(cursivering, kantonrechter) met de dienstverlening wordt gestart na betalingsakkoord en/of ontvangst van alle documenten. Omdat dit startmoment vóór afloop van de wettelijke afkoelingsperiode kan liggen, zo blijkt uit het vervolg, lijkt meer voor de hand te liggen om het woord ‘pas’ te vervangen door ‘al’. Tot slot staat pas in de laatste zin van deze alinea dat op visa de afkoelingsperiode en het annuleringsrecht niet van toepassing zijn.