ECLI:NL:RBOBR:2020:3108

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 juni 2020
Publicatiedatum
23 juni 2020
Zaaknummer
C/01/357701 / HA ZA 20-281
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek vervallen en onderbouwing betekening aan kantooradres advocaat

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is op 24 juni 2020 een tussenuitspraak gedaan in de procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Groot Houtbewerkingsmachines B.V. en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. I. El Ajjouri, had de gedaagde opgeroepen via een dagvaarding die op 14 april 2020 was uitgebracht. De rechtbank constateert dat de betekening van de dagvaarding heeft plaatsgevonden aan het kantooradres van de advocaat van de gedaagde, mr. R. Stekelenburg, te Kerkwijk. Eiseres stelt dat dit kantooradres de gekozen woonplaats van de gedaagde is, maar de rechtbank oordeelt dat er onvoldoende onderbouwing is voor deze stelling. De rechtbank verlangt een verklaring van de gedaagde zelf of van mr. R. Stekelenburg, waarin wordt bevestigd dat de gedaagde zijn woonplaats heeft gekozen op het kantooradres van zijn advocaat. Aangezien deze onderbouwing ontbreekt, verklaart de rechtbank het eerder verleende verstek vervallen. De zaak wordt verwezen naar de rol voor het overleggen van de gevraagde verklaring door eiseres. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat de gevraagde informatie is verstrekt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/357701 / HA ZA 20-281
Vonnis van 24 juni 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE GROOT HOUTBEWERKINGSMACHINES B.V.,
gevestigd te Rosmalen,
eiseres,
advocaat mr. I. El Ajjouri te 's-Hertogenbosch,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 april 2020;
  • de akte aantonen domicilie van eiseres van 27 mei 2020;
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Gedaagde woont in [woonplaats] aan het [adres] . Betekening van de dagvaarding heeft echter plaatsgevonden aan het kantooradres van advocaat mr. R. Stekelenburg te Kerkwijk. Volgens eiseres is dat in deze zaak de gekozen woonplaats van gedaagde. Een onderbouwing ontbreekt echter. In de akte aantonen domicilie stelt eiseres enkel dat de dagvaarding is uitgebracht op het kantoor van mr. R. Stekelenburg, advocaat van gedaagde. De rechtbank acht dit onvoldoende om verstek tegen gedaagde te kunnen verlenen. De rechtbank wenst een verklaring van gedaagde zelf of van mr. R. Stekelenburg namens gedaagde, dat gedaagde in deze zaak woonplaats kiest op het kantooradres van mr. R. Stekelenburg.
2.2.
Het reeds verleende verstek zal daarom vervallen worden verklaard. De zaak zal naar de rol worden verwezen voor het overleggen door eiseres van een verklaring van gedaagde of van mr. R. Stekelenburg als hiervoor bedoeld.
2.3.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank,
3.1.
verklaart het tegen gedaagde verleende verstek vervallen;
3.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
8 juli 2020voor het nemen van een akte door eiseres over hetgeen is vermeld onder 2.2;
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Schollen-den Besten en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2020.