Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
tengevolge waarvan aan haar, verdachtes schuld te wijten is geweest dat die [slachtoffer] tussen de naar beneden komende lift en het schachthek bekneld is geraakt, waardoor zij zodanig letsel heeft bekomen dat zij aan de gevolgen daarvan is overleden;
- artikel 7.7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit er niet voor gezorgd dat, terwijl bewegende delen van die goederenlift/goederenheffer, zijnde een arbeidsmiddel, gevaar opleverden, zij van zodanige schermen of beveiligingsinrichtingen waren voorzien, dat het gevaar zoveel mogelijk werd voorkomen en/of - artikel 5 lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid niet in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vastgelegd welke risico's de arbeid met een goederenlift/goederenheffer voor de werknemers met zich meebracht en/of
terwijl daardoor, naar zij wist of redelijkerwijs moest weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van een of meer werknemers, te weten [slachtoffer] ontstond of te verwachten was.
[straatnaam 2]’ vermeld in plaats van ‘
[straatnaam 2]’. De rechtbank herstelt deze omissie en leest voormelde zinsnede zoals hiervoor is vermeld. Voor zover overigens in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De formele voorvragen.
Bewijs.
De bewezenverklaring.
ten gevolge waarvan aan haar, verdachtes schuld te wijten is geweest dat die [slachtoffer] tussen de naar beneden komende lift en het schachthek bekneld is geraakt, waardoor zij zodanig letsel heeft bekomen dat zij aan de gevolgen daarvan is overleden;
- artikel 7.7 van het Arbeidsomstandighedenbesluit er niet voor gezorgd dat, terwijl bewegende delen van die goederenlift/goederenheffer, zijnde een arbeidsmiddel, gevaar opleverden, zij van zodanige schermen of beveiligingsinrichtingen waren voorzien, dat het gevaar zoveel mogelijk werd voorkomen en - artikel 5 lid 1 van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid niet in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vastgelegd welke risico's de arbeid met een goederenlift/goederenheffer voor de werknemers met zich meebracht en
terwijl daardoor, naar zij redelijkerwijs moest weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van een of meer werknemers, te weten [slachtoffer] , ontstond of te verwachten was.
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Toepasselijke wetsartikelen.
De uitspraak.
aan zijn schuld de dood van een ander te wijten zijn, begaan door een rechtspersoon;ten aanzien van feit 2:
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet, opzettelijk begaan door een rechtspersoon;verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
straf:
een geldboete van € 100.000,-;
groot € 50.000,-, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op de grond dat verdachte zich voor het einde van een
proeftijd van 3 jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.