Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het procesverloop
- het op 28 februari 2020 ter griffie ingekomen verzoekschrift;
- het op 10 april 2020 ter griffie ontvangen verweerschrift;
- de nadere stukken van de zijde van PostNL die op 17 april 2020 zijn ontvangen;
- de mondelinge behandeling die op 21 april 2020 heeft plaatsgevonden door middel van skype waarbij partijen haar standpunten nader hebben toegelicht, mr. Filippo namens PostNL mede aan de hand van een pleitnota die aan de rechtbank en de gemachtigde van [verweerder] is toegezonden;
- ten slotte is beschikking bepaald op vandaag.
2.De feiten
- die concurrerend zijn voor het bedrijf van de werkgever;
- waardoor sprake is van onverenigbaarheden van functies;
- die, medisch gezien, in combinatie met de functie binnen het bedrijf van de werkgever een te zware fysieke of geestelijke belasting voor de werknemer vormen;
- die schade toebrengen aan de belangen of de goede naam van het bedrijf van de werkgever.
Onze Manierenstaat onder meer
:
subcontractors. Als tegenprestatie zouden de betreffende partijen een voorkeursbehandeling hebben gekregen. Tientallen medewerkers zijn toen gehoord. Enkele medewerkers, waaronder [verweerder] , werden vanwege hun bijzonder integriteitsgevoelige positie tijdens dit onderzoek ook vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Tijdens dit onderzoek toonde [verweerder] zich onkreukbaar.
3.Het verzoek
- de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op de kortst mogelijke termijn, zonder inachtneming van de opzegtermijn, te ontbinden primair op grond van artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW, en subsidiair op grond van artikel 7:669 lid 3 onderdeel g BW;
- te bepalen dat [verweerder] geen recht heeft op een transitievergoeding;
- [verweerder] te veroordelen tot betaling van de onderzoekskosten van € 27.918,00;
- [verweerder] te veroordelen tot terugbetaling van door hem ontvangen smeergelden tot een bedrag van € 1.900,00;
- [verweerder] te veroordelen in de kosten van de procedure.
- de transporteur DeLuxe Trans "zwart" in zijn huis heeft laten klussen en hij heeft met deze partij btw-fraude willen plegen. [verweerder] heeft zakelijke en privé belangen door elkaar heen laten lopen. Dat maakt hem chantabel.
- meermaals contant geld en goederen (schoenen en T-shirts) heeft aangenomen van een transporteur ( [naam contactpersoon transportbedrijf] ).
- een handeltje in Somalië heeft willen oprichten en daarbij gebruik heeft gemaakt van middelen van PostNL. [verweerder] heeft op kosten van anderen een vlucht naar Somalië en hotel gekregen. Hij heeft zich in Somalië voorgedaan als medewerker van PostNL.
4.Het verweer
5.De beoordeling
zero tolerance-beleid en dat laat zij haar medewerkers ook weten. Zij heeft groot belang bij strikte naleving van dat beleid aangezien zij op grond van verleende concessies door de Rijksoverheid is aangewezen als hét bedrijf dat is belast met het uitvoeren van de universele postdienst.
(“Ik kom steeds meer tot de conclusie dat ik verschrikkelijk naïef ben geweest. Dom, heel dom. Ik zat op een gegeven moment in een soort web. Ik kreeg niet de indruk dat ik bang moest zijn, dat was het ook niet.”). Gelet op zijn managementfunctie kon en mocht van [verweerder] worden verwacht, dat als hij ongevraagd geld krijgt toegestopt van [naam contactpersoon transportbedrijf] hetgeen hij op weg naar huis pas ontdekte (zoals de lezing van [verweerder] luidt), hij dat meteen ongedaan maakt en meldt bij zijn direct leidinggevende. [verweerder] heeft dat nagelaten.
zero tolerance-beleid hanteert en dat er geen aanleiding is om daarop voor [verweerder] een uitzondering te maken, zeker gelet op de voorbeeldfunctie die hij heeft, is alleszins begrijpelijk en gerechtvaardigd.