Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 februari 2020 met 7 producties
- de mondelinge behandeling via een skype verbinding op 11 mei 2020
- het tijdens de behandeling tegen gedaagde verleende verstek.
Rechtbank Oost-Brabant
Op 20 mei 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, wonende te Helmond, en gedaagde, die niet verschenen was. De procedure volgde op een dagvaarding van 25 februari 2020 en een mondelinge behandeling via Skype op 11 mei 2020, waarbij gedaagde verstek heeft laten gaan. Eiseres vorderde een straat- en contactverbod tegen gedaagde, die na zijn detentie weer contact met haar en de kinderen wilde opnemen. De rechtbank oordeelde dat er voldoende redenen waren om dit verbod op te leggen, gezien eerdere geweldsincidenten, waaronder een incident op 17 februari 2019 waarbij gedaagde eiseres in de woning heeft bedreigd in het bijzijn van de kinderen.
De gezinsvoogd heeft tijdens de zitting verklaard dat hij het opleggen van een straat- en contactverbod in deze omstandigheden noodzakelijk acht. Hij gaf aan dat gedaagde geen afspraken kan maken over omgang met de kinderen en dat de huidige rust in het gezin van eiseres in gevaar kan komen als gedaagde weer contact opneemt. Eiseres heeft aangegeven geen absoluut verbod te willen, maar dat contact met de kinderen alleen onder begeleiding van de gezinsvoogd mag plaatsvinden.
De rechtbank heeft het gevorderde straat- en contactverbod toegewezen, met de voorwaarde dat contact met de kinderen alleen kan plaatsvinden onder toezicht van de gezinsvoogd. Daarnaast is eiseres gemachtigd om gedaagde in gijzeling te laten nemen als hij zich niet aan de verboden houdt. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 633,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.