ECLI:NL:RBOBR:2020:2576
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor geitenhouderij vanwege gezondheidsrisico's en milieueffectrapport
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een geitenhouderij en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) om haar bedrijf van varkens en zoogkoeien om te zetten naar een bedrijf met opfokgeiten. De gemeente weigerde deze vergunning, omdat er een milieueffectrapport (MER) moest worden opgesteld vanwege de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de milieusituatie op sommige punten verbeterde, de volksgezondheid verslechterde door de geitenhouderij. De rechtbank verwierp het betoog van eiseres dat de aanvraag ex tunc moest worden beoordeeld, en stelde vast dat de vergunning niet was geweigerd vanwege strijd met de Verordening ruimte. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel werd afgewezen, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat er uitlatingen waren gedaan die de indruk wekten dat de vergunning zou worden verleend. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op.