De kantonrechter overweegt hierover als volgt.
Zij is in de eerste plaats van oordeel, dat Ipcos het [verweerder] terecht zeer kwalijk neemt dat hij uren boekt op een wijze die niet overeenkomt met de werkelijkheid. Op deze manier is ook niet controleerbaar hoe en waarom uren worden geboekt. [naam 1] , financial controller bij Ipcos, heeft geconstateerd dat het project [A] waarop de uren waren geboekt, reeds was afgesloten in de periode waarin [verweerder] de uren boekte. Als het project niet afgesloten was geweest, had [naam 1] als financial controller niet ontdekt dat die uren op deze manier niet voor dat project waren gemaakt.
Aanvankelijk heeft [verweerder] als verklaring gegeven dat hij die uren aan een ander project, het [B] project, had gewerkt, maar de uren op het andere project heeft afgeschreven omdat er volgens het budget op dat project nog uren over waren. Toen men om die reden de geboekte uren op het [B] wilde overboeken, bleek dat niet mogelijk omdat volgens de betrokken projectmanager geen prestaties waren geleverd die in verhouding stonden met de geboekte uren (producties 5, 15 en 17 Ipcos).
In zijn verweer geeft [verweerder] aan de geboekte uren wel aan het [B] project te hebben gewerkt, maar dan in de voorafgaande week. Hij heeft die uren niet afgeboekt op de week waarin hij ze heeft gemaakt, omdat hij in die week meer dan acht uur per dag had gewerkt. Daarom zou het niet mogelijk zijn die uren op die week te boeken.
In zijn verweerschrift stelt hij pas op 3 december 2019 te zijn geconfronteerd met deze kwestie. Bij de mondelinge behandeling heeft hij erkend dat hij door de operationsmanager [naam 2] (hierna: [naam 2] ) op de kwestie was aangesproken en dat hij reeds zijn excuses had aangeboden voor het voorval (de verklaring van [naam 2] is in productie 17 van Ipcos opgenomen).Van fraude zou geen sprake zijn. Hij is zelf niet door zijn handelwijze bevoordeeld. Ipcos zou niet zijn benadeeld.
Ipcos acht deze verklaring ongeloofwaardig en begrijpt niet waarom die uren als ze werkelijk waren gemaakt niet gewoon in de week waarin ze gemaakt zouden zijn, konden worden afgeboekt op dat project. En ze vraagt zich af waarom [verweerder] nu met een andere verklaring komt dan eerder. Dat hij pas in december 2019 op het voorval zou zijn aangesproken klopt ook niet volgens Ipcos.