ECLI:NL:RBOBR:2020:2112
Rechtbank Oost-Brabant
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Herstel van tussenvonnis vervroegde onteigening met correctie van abusievelijk te hoog vastgesteld voorschot
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 maart 2020 een herstelvonnis gewezen in het kader van een vervroegde onteigening. De provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.P. Wiersema, had de rechtbank verzocht om verbetering van een eerder vonnis dat op 12 februari 2020 was gewezen. In dat vonnis waren de bedragen abusievelijk bij elkaar opgeteld, wat leidde tot een onjuist vastgesteld voorschot op de schadeloosstelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig te herstellen was. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.M.C.H. Crooijmans, had geen bezwaar tegen het verzoek tot verbetering. De rechtbank heeft vervolgens de bedragen in het eerdere vonnis gecorrigeerd, waarbij het voorschot op de schadeloosstelling werd verlaagd van € 346.841,10 naar € 208.350,00. Ook de som van de zekerheidstelling en andere gerelateerde bedragen zijn aangepast. De rechtbank heeft bepaald dat deze verbeteringen op de minuut van het eerdere vonnis moeten worden vermeld en heeft partijen gelast om de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis te retourneren. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.A. Bik.