Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
Waar gaat het over?
£ 704.167,00, vermeerderd met rente en kosten. De onderhavige procedure betreft de schadestaatprocedure ex artikel 612 Rv.
has the right to purchase Server licences for a fixed price of GBP 2,000 per license.
4.FDR CAL Licences
5.Minimum Purchase Guanrantee
will provide VST New[Verum]
with a new invoice for an amount of £ 12,000, which will be paid by VST New forthwith. (..)
will provide VST New with a new invoice for an amount of £ 15,000, which will be paid by VST New forthwith. (..)
will enter into a non-exclusive license agreement regarding the use by VST New of the FDR2 and the (to be released) FDR3 software (“License Agreement”). The License Agreement will at least contain the following items:
24 januari 2018 is (onder rechtsoverweging 6.12.) weliswaar overwogen dat niet valt in te zien dat Verum enige gebruiksrechten zou kunnen ontlenen aan de HOA, maar dit laat onverlet dat de HOA als
uitgangspuntkan dienen in de onderhavige schadestaatprocedure. De HOA was een pakket afspraken: er was niet alleen betaling voor door FSEL aan Verum te verlenen licenties overeengekomen, maar ook was door partijen afgesproken dat door Verum aan prof. dr. [A] en aan de Universiteit van Oxford betalingen zouden worden verricht, evenals een betaling aan FSEL voor de betalingsachterstand van het failliete Verum Oud. Als alles volgens de HOA zou zijn verlopen, dan zouden deze afspraken en dus ook de hierbij bedongen prijzen tussen partijen zijn gerealiseerd.
NL:HR:2016:1483) maakt de rechtbank op dat het bij de beoordeling van een beroep op voordeeltoerekening ex artikel 6:100 BW - zoals door Verum is ingesteld - erom gaat dat genoten voordelen, voor zover dat redelijk is, mede in aanmerking behoren te worden genomen bij de vaststelling van de te vergoeden schade. Allereerst is daarvoor vereist dat tussen de normschending en de gestelde voordelen een conditio sine qua non-verband bestaat, in die zin dat in de omstandigheden van het geval sprake is van een voordeel dat zonder de normschending niet zou zijn genoten. Daarnaast dient met inachtneming van de in artikel 6:98 BW besloten maatstaf redelijk te zijn dat die voordelen in rekening worden gebracht bij de vaststelling van de te vergoeden schade. Aan “een zelfde gebeurtenis” als bedoeld in artikel 6:100 BW worden niet langer meer of andere eisen gesteld door de Hoge Raad. Het gaat erom welke voordelen en nadelen in zodanig verband staan met een gebeurtenis dat zij redelijkerwijs aan de schuldenaar worden toegerekend. Uit het arrest volgt verder dat de inbreuk makende onderneming, in dit geval Verum, dient te stellen en zo nodig bewijzen dat de geleden schade niet volledig voor vergoeding in aanmerking komt.
28 januari 2018 zonder licentie en betaling gebruik is gemaakt van FDR door (klanten van) Verum, is niet de reden dat FSEL per 2018 rechtstreeks prijsafspraken heeft kunnen maken met klanten van Verum. Nog anders gezegd, er is geen sprake van “een zelfde gebeurtenis” als bedoeld in artikel 6:100 BW.
£ 248.000,00.
£ 50.000,00 dat zag op de ten tijde van het faillissement van Verum Oud bestaande betalingsachterstand in de schadevergoeding begrepen. Hoewel dit bedrag volgens de HOA na het sluiten van de licentieovereenkomst zou worden voldaan, en die overeenkomst niet is gesloten, acht de rechtbank zulks redelijk nu ook volgens de stellingen van Verum met de HOA een streep werd gezet onder Verum Oud.
3.De beslissing
9 december 2015 tot aan de dag van volledige betaling;