Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 januari 2020 met 12 producties;
- de conclusie van antwoord van mr. Proenings d.d. 14 februari 2020 met 11 producties;
- de brief van mr. Bakker van 14 februari 2020 met twee aanvullende producties (doorgenummerd als 13 en 14);
- de mondelinge behandeling op 19 februari 2020;
- de pleitnota van de vader.
2.De feiten
- [kind 1] , geboren op [geboortedata] ;
- [kind 2] , geboren op [geboortedata] ;
- [kind 3] , geboren op [geboortedata] .
3.Het geschil
Primairde moeder te veroordelen om uiterlijk op 1 maart 2020 met de kinderen
Subsidiairde moeder te bevelen om uiterlijk op 1 maart 2020 de kinderen en hun paspoorten aan de vader af te geven en de kinderen toe te vertrouwen aan de vader, zodat de kinderen na de voorjaarsvakantie weer naar de vorige school kunnen gaan, in afwachting van de procedure ten behoeve van vervangende toestemming voor verhuizing naar het buitenland, tenzij de moeder