ECLI:NL:RBOBR:2020:1315

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
20 februari 2020
Publicatiedatum
4 maart 2020
Zaaknummer
C/01/355374 / FA RK 20-479
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot alcoholgebruik

Op 20 februari 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had verzocht om deze zorgmachtiging, die noodzakelijk werd geacht vanwege het ernstige nadeel dat betrokkene zou ondervinden door haar psychische toestand en alcoholafhankelijkheid. Betrokkene was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling, ondanks dat de rechter haar de gelegenheid had geboden om te worden gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstig nadeel, waaronder zelfverwaarlozing en risico op lichamelijk letsel voor anderen, veroorzaakt door een paranoïde psychotisch toestandsbeeld en alcoholafhankelijkheid.

De rechtbank heeft de argumenten van de advocaat van betrokkene, die stelde dat er geen noodzaak was voor verplichte zorg en dat de officier van justitie niet ter zitting aanwezig was, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de ademtest ter controle op alcoholgebruik onder de verplichte zorg valt, zoals verzocht door de officier van justitie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde zorgvormen evenredig en effectief zijn, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 20 augustus 2020, en omvat maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het controleren op gedrag-beïnvloedende middelen.

Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. M. Lammers, rechter, en is onderhevig aan cassatie.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/355374 / FA RK 20-479
Uitspraak : 20 februari 2020
Beschikking betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voorzetting crisismaatregel
van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[Betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [woonplaats] , [Land] ,
wonende te [woonplaats] , [postcode en adres] ,
verblijvende te [instelling] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. I. Gerrand.

Procesverloop

Bij verzoekschrift, gedateerd 11 februari 2020 en ingekomen ter griffie op 11 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op de voortzetting van een crisismaatregel. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur, gedateerd 10 februari 2020;
  • de medische verklaring, gedateerd 30 januari 2020;
  • een zorgplan, opgesteld 6 februari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge van de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 februari 2020, op de locatie [instelling] .
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • de advocaat van betrokkene, mr. I. Gerrand;
  • mevrouw [naam] , psychiater, tevens zorgverantwoordelijke;
  • de heer [naam] , psychiater in opleiding.
Betrokkene was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling. Hoewel de rechter haar uitdrukkelijk de gelegenheid heeft geboden om te worden gehoord, heeft zij daarvan geen gebruik gemaakt.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van ernstig nadeel, door het bestaan van of het aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang, zelfverwaarlozing, ernstig lichamelijk letsel voor een ander, ernstige psychische schade voor zichzelf en overbelasting van haar echtgenoot, ernstige materiele schade voor zichzelf en voor een ander, ernstige verwaarlozing van een ander en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag van betrokkene dat voortvloeit uit een paranoïde psychotisch toestandsbeeld, waarschijnlijk in het kader van schizofrenie, en alcoholafhankelijkheid.
De advocaat heeft naar voren gebracht dat in plaats van een stoornis sprake kan zijn van relatieproblematiek, waardoor betrokkene uit boosheid op haar echtgenoot is gaan gooien met huisraad. Uit de medische verklaring, de zienswijze van de geneesheer-directeur en de mededelingen van de psychiater bij de mondelinge behandeling blijkt echter voldoende dat sprake is van een psychische stoornis, die ook nu nog aanwezig is.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De behandelaars hebben bepleit een blaastests als onderdeel van de controle op alcoholgebruik op te nemen als een vorm van verplichte zorg.
De advocaat van betrokkene stelt dat dit niet nodig is. De advocaat stelt -kort gezegd- dat niet is gebleken dat betrokkene afhankelijk is van alcohol, nu dat alleen zou blijken uit mededelingen van haar echtgenoot. Vanwege de ernstige relatieproblemen kan men niet zomaar op zijn mededelingen afgaan. Bovendien kan volgens de advocaat geen vermeerdering van het verzoek worden toegestaan nu de officier van justitie niet ter zitting aanwezig was.
De rechtbank is, anders dan de advocaat, van oordeel dat het gebruik van een ademtest ter controle op alcoholgebruik geacht moet worden te vallen onder de verplichte zorgvorm: “controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen”. Deze vorm van verplichte zorg is ook verzocht door de officier van justitie, zodat geen sprake is van vermeerdering van het verzoek. Nu de mededelingen van de echtgenoot voldoende aanleiding geven voor een ernstig vermoeden van alcoholproblematiek -in de thuissituatie- bij betrokkene, wordt ook deze vorm van verplichte zorg opgenomen in de machtiging.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend zoals verzocht.

Beslissing:

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[Betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , [Land] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen voor de duur van de zorgmachtiging:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 augustus 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Lammers, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 20 februari 2020.
Conc: EWi
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.