ECLI:NL:RBOBR:2020:1238

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 februari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
C/01/355870 / FA RK 20-745
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 26 februari 2020 uitspraak gedaan over een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene met een verstandelijke beperking. De crisismaatregel was eerder opgelegd op 21 februari 2020 en was bedoeld als tijdelijke oplossing totdat de betrokkene kon worden opgenomen in een Wzd-erkende afdeling. De rechtbank heeft kennisgenomen van de medische verklaring van 21 februari 2020, waaruit bleek dat het gedrag van de betrokkene, dat leidde tot het verzoek om de crisismaatregel, voornamelijk voortkwam uit haar verstandelijke beperking, veroorzaakt door een neurobiologische ontwikkelingsstoornis, in combinatie met hechtingsstoornissen en psychotische klachten.

Tijdens de mondelinge behandeling op 26 februari 2020, die plaatsvond op de locatie van de instelling waar de betrokkene verbleef, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en haar advocaat, mr. B. Kurvers. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die zeer suïcidaal was. Echter, gezien de aard van de verstandelijke beperking van de betrokkene, oordeelde de rechtbank dat een machtiging op grond van de Wet zorg en dwang (Wzd) passender zou zijn dan een machtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, met de overweging dat de betrokkene inmiddels was overgeplaatst naar een Wzd-erkende afdeling. De beschikking is gegeven door rechter M. Lammers en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/355870 / FA RK 20-745
Uitspraak : 26 februari 2020
Beschikking betreffende een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel
van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [postcode en adres] ,
verblijvende: [instelling] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
advocaat: mr. B. Kurvers.

Procesverloop

Bij verzoekschrift van de officier van justitie, gedateerd 24 februari 2020 en ingekomen ter griffie van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om voortzetting van de op 21 februari 2020 opgelegde crisismaatregel. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring, gedateerd 21 februari 2020;
  • een uittreksel justitiële documentatie;
  • gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ) en de Wvggz.
De rechtbank heeft vervolgens kennisgenomen van de doorverwijzingsbeschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 25 februari 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 februari 2020, op de locatie [instelling] . Het verzoek van de officier van justitie is gelijktijdig behandeld met de zaak bekend onder zaaknummer C/01/355885 FA RK 20-754 (verzoek tot voortzetting inbewaringstelling). Bij de behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, in tegenwoordigheid van haar advocaat mr. B. Kurvers;
  • de heer [naam] , arts verstandelijke gehandicapten;
  • mevrouw [naam] , begeleider;
  • mevrouw [naam] , teamleider;
  • mevrouw [naam] , GZ-psycholoog (telefonisch).
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig was, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

Beoordeling

Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, dat bestaat in acuut levensgevaar voor betrokkene, die zeer suïcidaal is. Uit de medische verklaring van
21 februari 2020 komt echter naar voren dat het gedrag van betrokkene dat hieraan ten grondslag ligt vooral een gevolg is van de verstandelijke beperking van betrokkene, die wordt veroorzaakt door een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. In combinatie met een hechtingsstoornis en psychotische klachten leidt dit tot haar zelfdestructieve gedrag.
In de medische verklaring is aangegeven dat het verzoek op grond van de Wvggz is bedoeld om een noodzakelijke overbrugging te verkrijgen tot betrokkene kan worden opgenomen op een Wzd (Wet zorg en dwang)- erkende afdeling van [instelling] . Betrokkene is op [datum]
hiernaartoe overgeplaatst.
Tegelijk met het verzoek in deze zaak heeft de rechtbank een verzoek van het CIZ om een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in het kader van de Wzd behandeld en toegewezen met ingang van heden (zaaknummer C/01/355885 FA RK 20-754).
Nu de verstandelijke beperking in dit verband voorop staat, is een machtiging op grond van de Wzd in het geval van betrokkene passender dan een machtiging op grond van de Wvggz. Daarom zal de rechtbank het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel afwijzen.

Beslissing

wijst het verzoek van de officier van justitie af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Lammers, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 26 februari 2020.
Conc: EWi
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.