Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
V.I. zaaknummer: 99-000695-21
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling.
De formele voorvragen.
Bewijs
De bewijsmiddelen.
Uit het dossier kan naar het oordeel van de rechtbank, gelet op alle omstandigheden, worden afgeleid dat het niet anders kan dan dat deze autoritten tussen Valkenswaard/Neerpelt/Valkenswaard/Maarssen naar de loods in Utrecht, drugs gerelateerd zijn. Naar het oordeel van de rechtbank kan echter niet worden vastgesteld dat de later in Zweden aangetroffen MDMA ook daadwerkelijk afkomstig is van de betreffende autorit(ten).
Nadere bewijsoverwegingen en de bewijsbeoordeling.
De verklaringen van verdachte en zijn broer bij de politie in januari 2020:
Ten aanzien van feit 1:
Ten aanzien van feit 2:
[verdachte] was actief betrokken bij het werven van geschikte chauffeurs voor de illegale transporten, te weten het transport naar Denemarken (dat niet is doorgegaan) en het tweede transport naar Zweden. [verdachte] schrok er niet voor terug geweld te gebruiken of te dreigen met geweld. Dit volgt uit zijn betrokkenheid bij de mishandeling van [medeverdachte 7] op 23 mei 2018, de schietincidenten op 23 mei 2018 en 26 oktober 2018 en de nadien jegens [medeverdachte 7] geuite bedreigingen in november 2018.
( [medeverdachte 2] )iemand met de naam [medeverdachte 3] bij ‘onze groep’ heeft genomen. Op 27 augustus 2018 en 27 september 2018 heeft [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 5] telefonisch aanwijzingen gegeven toen [medeverdachte 5] met zijn auto op weg was naar en zich bevond in Valkenswaard. Op aangeven van [medeverdachte 3] heeft [medeverdachte 5] zijn auto overgegeven aan een onbekende die daarmee naar een adres in Neerpelt in België is gereden. Op 26 november 2018 zijn op deze locatie door de Belgische politie stoffen en vloeistoffen bevattende MDMA aangetroffen. Nadat [medeverdachte 5] zijn auto weer in ontvangst heeft genomen, is hij naar de Gamma in Maarssen gereden alwaar de auto wederom is overgegeven aan een ander. De auto is vervolgens naar de [adres 3] in Utrecht gereden. Op deze locatie wordt op 26 november 2018 een tabletteerinrichting voor MDMA-tabletten aangetroffen. Uit het telefoonverkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] op 27 september 2018 volgt dat [medeverdachte 3] wist dat [medeverdachte 5] op weg was naar de Gamma. Op 10 oktober 2018 neemt [medeverdachte 3] bij het derde transport naar Zweden contact op met de zoon van de chauffeur [chauffeur 2] met het verzoek [chauffeur 2] te laten bellen omdat iedereen zit te wachten. [medeverdachte 3] had dus zowel contact met [medeverdachte 5] over de drugs gerelateerde transporten van Neerpelt naar Utrecht als betrokkenheid bij het transport naar Zweden in oktober 2018, waarbij [medeverdachte 5] eveneens een belangrijke rol speelde.
[medeverdachte 3] werd aangehouden in zijn auto. Op de bijrijdersstoel naast hem bevonden zich drie telefoons, waaronder een PGP-telefoon.
Op basis van dit samenstel van feiten en de betreffende onderliggende bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 3] deel heeft uitgemaakt van het criminele samenwerkingsverband en daarbinnen tenminste een regelende rol heeft vervuld.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- een gevangenisstraf van 10 jaren met aftrek van het voorarrest;
- onttrekking aan het verkeer van de goederen vermeld onder 2, 3 en 4 op de lijst van in beslag genomen goederen;
- verbeurdverklaring van een geldbedrag van € 6.525,--, vermeld onder 1 op de lijst van in beslag genomen goederen.