Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 december 2019 waarin is bepaald dat een zitting zal worden gehouden, met de daarin genoemde stukken;
- de nadere stukken van 17 januari 2020 die namens [gedaagde] zijn ingebracht;
- de aantekeningen die de griffier gemaakt heeft tijdens de zitting van
2.De feiten
3.Het geschil
- om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] een bedrag te betalen van € 2.751,43, vermeerderd met de wettelijke rente van 2% over de hoofdsom vanaf de datum van de betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening
- in de kosten van de procedure, waaronder begrepen het salaris voor de gemachtigde.
non-conforme hond geleverd. [A] was namelijk ziek op het moment van levering. Hierdoor heeft [eiser] schade geleden. De schade bestaat uit de kosten voor medische behandeling voor [A] (€ 1.001,43) en de aankoopprijs (€ 1.750,00). Deze schade moet zowel op grond van de wet (artikel 6:74 Burgerlijk Wetboek, hierna BW) als op grond van het koopcontract vergoed worden. Op grond van de wet is [gedaagde] over de schade wettelijke rente verschuldigd.
4.De beoordeling
De aanwezigheid van een gebrek dient te worden vastgesteld door een in de diagnostiek gespecialiseerde dierenarts. […]
De koper dient aan de verkoper een schriftelijke verklaring van de desbetreffende dierenarts, specialist, te overleggen. Indien blijkt dat de reden van het gebrek geen erfelijke afwijking is, zal de verkoper niet uitbetalen. […]
It is not possible from the analysis to say what the cause of the glaucoma is. Ook hieruit blijkt dus niet dat sprake is van een erfelijke afwijking.
Status hondjeopgenomen dat op dat moment geen waarneembare gebreken of afwijkingen aanwezig waren.