Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
een proces-verbaal van aangifte, opgemaakt d.d. 21 december 2018, dossierpagina’s 28 tot en met 31, voor zover inhoudende:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 11 oktober 2019, voor zover – kort en zakelijk weergegeven – inhoudende:
een schriftelijk bescheid, te weten een uitgewerkt tapgesprek met sessienummer, dossierpagina 53 en 54, voor zover inhoudende:
een schriftelijk bescheid, te weten een uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 662, dossierpagina 61 en 62, voor zover inhoudende:
een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt d.d. 7 januari 2019, dossierpagina’s 90, voor zover inhoudende:
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Afpersing.De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
2 jarenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht