ECLI:NL:RBOBR:2020:1041

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
17 februari 2020
Publicatiedatum
19 februari 2020
Zaaknummer
C/01/355164 / FA RK 20-362
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizoaffectieve stoornis

Op 17 februari 2020 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van het depressieve type. De officier van justitie had op 4 februari 2020 verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij de rechtbank op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling tot de conclusie kwam dat betrokkene een aanzienlijk risico op ernstig nadeel vertoont. Dit risico betreft niet alleen de algemene veiligheid van personen, maar ook de fysieke en geestelijke gezondheid van betrokkene zelf. Tijdens psychotische episodes is betrokkene niet in staat om noodzakelijke zorg te accepteren, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat betrokkene momenteel bereid is om zorg te ontvangen, maar dat deze bereidheid kan verdwijnen tijdens psychotische episodes. De voorgestelde zorg omvat onder andere het toedienen van voeding, medicatie en medische controles, alsook het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).

De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 17 augustus 2020. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter J.M.P. Willemse-Schwering, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/355164 / FA RK 20-362
Uitspraak : 17 februari 2020
Beschikking betreffende een machtiging tot verlenen van verplichte zorg
van de rechtbank Oost-Brabant naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum], [geboorteplaats],
wonende en verblijvende in [instelling],
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.M.C. van Gorkum.

1.Procesverloop

1.1
Bij verzoekschrift van 4 februari 2020, ingekomen ter griffie op 5 februari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging te verlenen voor betrokkene voor de duur van zes maanden.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van [datum];
- de medische verklaring van [datum];
- het zorgplan van [datum];
- de gegevens over eerdere afgegeven machtigingen ingevolge de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen en de Wvggz;
- het bericht dat betrokkene onbekend is in de politiegegevens en justitiële en strafvorderlijke gegevens.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 februari 2020 aan [adres instelling].
1.3
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. J.M.C. van Gorkum;
- [ naam], behandelcoördinator;
- de zus van betrokkene, tevens de mentor van betrokkene.
1.4
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizoaffectieve stoornis van het depressieve type. De psychiatrische toestand van betrokkene is op dit moment stabiel.
2.2
De stoornis leidt tot een aanzienlijk risico op ernstig nadeel (artikel 1:1 lid 2 Wvggz). Met name bestaat het aanzienlijk risico op gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen. Daarnaast bestaat het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing voor betrokkene. Tijdens psychotische episodes komt het voor dat betrokkene niet eet of noodzakelijke medische zorg weigert, omdat hij denkt dit niet nodig te hebben. Ook bestaat het aanzienlijk risico op ernstige immateriële of psychische schade voor betrokkene en anderen. In periodes dat betrokkene psychotisch is, kan zijn bejaarde vader de zorg over hem niet aan. Ook kan betrokkene dan door zijn hinderlijk gedrag agressie van anderen oproepen.
2.3
Betrokkene heeft zorg nodig om het ernstig nadeel af te wenden en zijn fysieke gezondheid te stabiliseren of te herstellen. Daarnaast is zorg nodig om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint (artikel 3:4 Wvggz).
2.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Op dit moment staat betrokkene achter het verlenen van de zorgmachtiging en is hij bereid om de zorg te ontvangen. In het verleden is echter gebleken dat deze bereidheid tijdens psychotische episodes verdwijnt. Om die reden is verplichte zorg nodig (artikel 3.3 Wvggz). De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het opnemen van betrokkene in een accommodatie (artikel 3:2 Wvggz).
2.5
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief (artikel 3:3 Wvggz). Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt dus tot en met 17 augustus 2020.
Beslissing:
De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum], [geboorteplaats],
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 augustus 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M.P. Willemse-Schwering, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 17 februari 2020.
Conc: LdW
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.