2.6Bij brief van 22 augustus 2018 heeft het parochiebestuur de gemachtigde van [gedaagden conventie/eisers reconventie] als volgt bericht:
“
U heeft het parochiebestuur benaderd betreffende de zaak van [naam dochter] en ons verzocht om alle informatie op te sturen, welke het parochiebestuur ook aan mevrouw mr. E. Kaptein heeft overhandigd.
Wij willen hieraan gehoor geven.
[…]
Het parochiebestuur heeft een 2 tal brieven verstuurd aan mevrouw mr E. Kaptein n.l. brief van 10 april en 31 mei met bijlage register losse aantekeningen betreffende de graven uit het archief van voorheen de St. Theresiaparochie te Moerstraten.
Ook is het nu geldende reglement van Parochie Onze Lieve Vrouw in het Woud ( rechtsopvolger na fusie parochies) als bijlage meegezonden.
Zoals in de brieven is aangegeven heeft het parochiebestuur uit de archieven van de voormalige St. Theresiaparochie te Moerstraten niet kunnen achterhalen, wie de grafrechten betaald heeft en wie rechthebbende is. Wel dat destijds een grafrecht van 30 jaar is vermeld.
Ook is het parochiebestuur door niemand benaderd met betrekking tot het nieuw geplaatste grafmonument.
Zoals in de brieven is vermeld is er gekeken naar de archiefstukken van de voormalige St Theresiaparochie zoals door de heer [eiser conventie/verweerder reconventie] op 17 februari j.l. is gevraagd.
Deze gegevens waren zeer summier (zie bijlage bij brief 10 april).
Naar aanleiding van uw verzoek heeft het parochiebestuur nu ook gekeken, wat er in de huidige administratie staat vermeld over het graf van [naam dochter] .
Als bijlage is een foto van het digitale systeem van de huidige administratie betreffende het graf bijgevoegd.
In het huidige systeem staat de moeder van [naam dochter] nu vermeld als rechthebbende.
Na de fusie (in 2001) van 4 parochies is er een digitaal systeem opgezet voor de 4 begraafplaatsen. In de toenmalige St. Theresia parochie waren er geen grafaktes (overeenkomst tussen rechthebbende en parochie als bestuurder begraafplaats) opgemaakt, zodat het systeem niet 100% waterdicht was.
Zo goed als mogelijk is het digitale systeem ingevuld en op dat moment was het adres van de heer [eiser conventie/verweerder reconventie] onbekend en is als contactpersoon Mevr. [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] , [adres] ingevuld.
De [gedaagden conventie/eisers reconventie] dachten dat de grafrechten maar 20 jaar geldig waren.
Omdat zij voor hunzelf een graf naast hun dochter [naam dochter] hebben gereserveerd waren ze bang, dat het graf geruimd werd.
Zij hebben, toen het einde van de 20 jaar termijn naderde, eind 2012 of begin 2013, contact opgenomen met mevrouw [naam medewerkster parochie] , die de administratie van de begraafplaatsen van de gefuseerde parochie verzorgt.
Mevrouw [naam medewerkster parochie] heeft toen aangegeven, dat de grafrechten voor 30 jaar zijn betaald.
Zoals ook blijkt uit het systeem was het adres en de woonplaats van de heer [eiser conventie/verweerder reconventie] bij de parochie onbekend.
Mevrouw [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] heeft aan mevrouw [naam medewerkster parochie] aangegeven, dat ook zij het adres en de woonplaats van de heer [eiser conventie/verweerder reconventie] niet meer kenden, omdat er al langere tijd geen contact is geweest.
In het systeem is vermeld, nu rechthebbende moeder, omdat adres onbekend was van de heer [eiser conventie/verweerder reconventie] en de parochie wel een contactpersoon/rechthebbende behoort te hebben, Regelement voorziet hierin n.l. artikel 12; de rechthebbende is verplicht zijn adres aan het bestuur op te geven, alsmede de wijziging van zijn adres.
Wanneer rechthebbende moeder is ingevuld, is niet te achterhalen. Dit kan gebeurd zijn bij de invulling van het nieuwe digitale systeem na de fusie of na het gesprek met mevrouw [gedaagde conventie/eiser reconventie sub 2] eind 2012- begin 2013.
Dat dit zo administratief is verwerkt is heel begrijpelijk, omdat uit de oude administratie van Moerstraten de rechthebbende niet bekend was en de ouders verzorgden continue het graf en tevens was het adres van de heer [eiser conventie/verweerder reconventie] onbekend bij het parochiebestuur.
De heer [eiser conventie/verweerder reconventie] heeft telefonisch contact gehad met Mevr. [naam medewerkster parochie] op zaterdag 17 februari 2018. Hij gaf haar aan, dat hij ook niet meer wist hoe e.e.a. na het overlijden van zijn vrouw was gegaan, vandaar de vraagstelling richting parochie.
Jammer genoeg is bovenvermelde informatie van de inhoud van het digitale systeem, niet meteen kenbaar gemaakt bij de brieven van 10 april en 31 mei naar mevrouw mr. E. Kaptein. In de mail van Mevr. [naam medewerkster parochie] op 17 februari aan de toenmalige secretaris van het parochiebestuur is aangegeven dat de ouders van Mevr. [naam dochter] als rechthebbende staan vermeld. De toenmalige secretaris heeft zich echter alleen gefocust op de vraagstelling voor de adressen ( zie bijlage mail 17 februari.)
Door wisseling van het secretariaat dit voorjaar, is deze wetenschap tussen wal en schip geraakt.[…]”