ECLI:NL:RBOBR:2019:7821
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in civiele procedures met betrekking tot vereffening en onpartijdigheid
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 7 november 2019 een wrakingsverzoek behandeld van een verzoeker tegen mr. A.G.M.H. Bennenbroek, kantonrechter in dezelfde rechtbank. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van de behandeling van twee civiele zaken waarin de verzoeker betrokken was. De verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, onder andere omdat hij en de vereffenaar samen workshops gaven en de rechter eerder onwelgevallige beslissingen had genomen in andere procedures. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat de gestelde omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter vooringenomen was. De rechtbank benadrukte dat de enkele deelname aan cursussen of bijeenkomsten niet automatisch leidt tot een schijn van partijdigheid. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker geen concrete feiten had aangedragen die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten. De beslissing van de rechtbank was dat het wrakingsverzoek niet kon worden toegewezen, en de rechter bleef in zijn functie.