Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De overige voorvragen.
Bewijs
ten aanzien van sub 4’is overwogen, de hiervoor bewezen geachte mensenhandel zich voortzette op de luchthaven in Eindhoven.
De bewezenverklaring.
- heeft gedwongen en bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en
- telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] , (sub 6°) en
- [slachtoffer] heeft gedwongen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer] , seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling (sub 9°)
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Beslag.De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat – zoals blijkt uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
waarvan 6 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren