Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Ryanair DAC,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
3.Het geschil
[naam 1]en
[naam 2]recht op financiële compensatie van € 250,00.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft eiser een vlucht geboekt van Eindhoven naar Pisa op 25 juli 2018, die door Ryanair DAC is geannuleerd. Eiser vordert compensatie van € 250,00 op basis van Verordening (EG) nr. 261/2004, omdat hij van mening is dat de annulering niet het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Ryanair voert aan dat de annulering het gevolg was van stakingen van cabinepersoneel in verschillende landen, en dat zij geen invloed had op deze stakingen. De kantonrechter te Eindhoven heeft vastgesteld dat Ryanair niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de annulering door buitengewone omstandigheden is veroorzaakt. De rechter oordeelt dat de luchtvaartmaatschappij niet heeft aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de annulering te voorkomen. Daarom wordt de vordering van eiser tot betaling van de compensatie toegewezen. Daarnaast worden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat deze niet voldoende zijn onderbouwd. De proceskosten worden toegewezen aan eiser, aangezien Ryanair als de in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd.