In deze zaak vorderden eisers compensatie van € 500,00 van Ryanair DAC wegens de annulering van hun vlucht FR3541 van Eindhoven naar Ibiza op 25 juli 2018. Eisers stelden dat er geen sprake was van buitengewone omstandigheden die de annulering rechtvaardigden, terwijl Ryanair betoogde dat de annulering het gevolg was van een staking van het Spaanse cabinepersoneel, waar zij geen invloed op had. De kantonrechter oordeelde dat Ryanair niet had aangetoond dat de annulering was veroorzaakt door een buitengewone omstandigheid. De rechter stelde vast dat de eisers recht hadden op compensatie op basis van Verordening (EG) nr. 261/2004, en wees de vordering tot betaling van € 500,00 toe, evenals de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden eveneens toegewezen aan de eisers, met veroordeling van Ryanair in de kosten van de procedure. De beschikking werd uitgesproken door kantonrechter G.J. Roeterdink op 25 juli 2019.