ECLI:NL:RBOBR:2019:7299
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake sluiting café na geweldsincident
Op 18 december 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De burgemeester van Eindhoven had op 5 november 2019 besloten om een café voor vier weken te sluiten na een geweldsincident dat op 31 augustus 2019 had plaatsgevonden. Verzoekster, de exploitant van het café, maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om de uitvoering van het besluit op te schorten totdat er een beslissing op het bezwaar was genomen. De burgemeester had in een rapportage van de politie en camerabeelden vastgesteld dat er sprake was van een ernstig incident, wat hem de bevoegdheid gaf om tot sluiting over te gaan.
Tijdens de zitting op 5 december 2019 werd het standpunt van verzoekster, dat de burgemeester het incident ten onrechte als ernstig had gekwalificeerd, besproken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester op basis van de beschikbare informatie, waaronder de camerabeelden, terecht had geconcludeerd dat er een ernstig incident had plaatsgevonden. De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de openbare orde en dat de belangen van de openbare veiligheid zwaarder wegen dan de financiële gevolgen voor verzoekster.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de rechtmatigheid van het besluit van de burgemeester. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester in redelijkheid had kunnen besluiten tot sluiting van het café voor de opgelegde periode van vier weken. De uitspraak werd gedaan door mr. M.H. Dworakowski-Kelders, in aanwezigheid van griffier mr. I. van der Wijngaart, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.