Op 18 december 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vernietiging van een natuurvergunning die was verleend op basis van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De rechtbank oordeelde dat de vergunning niet kon worden verleend, omdat de passende beoordeling die aan het PAS ten grondslag ligt, niet voldoet aan de eisen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 2019, waarin werd vastgesteld dat de passende beoordeling niet voldeed aan de vereisten van de Habitatrichtlijn. De rechtbank heeft het bestreden besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant vernietigd en bepaald dat verweerder een nieuw ontwerpbesluit moet opstellen en ter inzage moet leggen. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het door eisers betaalde griffierecht moet vergoeden en is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers, die zijn vastgesteld op € 768,00. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.