Op 18 december 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een zaak met zaaknummer 17/3271, waarin beroep is ingesteld door milieuverenigingen tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant. Dit besluit betrof de verlening van een natuurvergunning voor het uitbreiden en wijzigen van een veehouderij, waarbij verweerder zich beriep op de passende beoordeling in het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De rechtbank heeft de zaak enige tijd aangehouden in afwachting van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over prejudiciële vragen met betrekking tot het PAS. Na de uitspraak van het Hof op 7 november 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 29 mei 2019 geoordeeld dat de passende beoordeling die aan het PAS ten grondslag ligt, niet voldoet aan de eisen van de Habitatrichtlijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het bestreden besluit in strijd is met de Wet natuurbescherming, omdat de vergunning niet kon worden verleend onder verwijzing naar de niet-conforme passende beoordeling. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen het griffierecht en de proceskosten aan eisers te vergoeden.