Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 19 april 2018 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte na tussenvonnis aan de kant van [gedaagde] ;
- de akte uitlating bewijslevering aan de kant van [eiseres] ;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor aan de kant van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor aan de kant van [eiseres] ;
- de conclusie na getuigenverhoor aan de kant van [gedaagde] ;
- de conclusie na getuigenverhoor aan de kant van [eiseres] ;
- de akte van uitlating aan de kant van [gedaagde] ;
- de akte van uitlating aan de kant van [eiseres] .
2.De verdere beoordeling van het geschil
“Horsemolen, s morgens en ’s avonds een half schepje”. [eiseres] wist dat het door [gedaagde] gebruikte voer Horsemolen betrof, aldus [gedaagde] . Vaststaat echter dat [vader van gedaagde] na voorlezing van zijn verklaringen daarin heeft volhard en dat hij voor zijn verklaringen heeft getekend. Uit nergens blijkt dat [vader van gedaagde] zich heeft vergist. Het had voor de hand gelegen dat [gedaagde] haar stelling had onderbouwd dat zij eerst anderhalf tot twee jaar geleden is begonnen met het gebruik van pianissimo. Dat is niet gebeurd. In deze omstandigheden acht de kantonrechter de stelling van [gedaagde] dat [vader van gedaagde] zich op dit punt heeft vergist, niet geloofwaardig en komt geen gewicht toe aan het WhatsApp-bericht van [gedaagde] van 13 juni 2016 aan [eiseres] dat [gedaagde] [X] het voer Horsemolen gaf. Nu [gedaagde] voorts niet heeft weersproken dat pianissimo wordt gegeven met het doel om paarden rustiger te houden, moet het er dan ook voor worden gehouden dat [X] tijdens haar verblijf bij [gedaagde] met dat doel dat voer is gegeven. Dit duidt juist niet erop dat het paard bij aflevering niet behept was met agressief gedrag.
1.200,00(4,0 punten × tarief € 300,00)