een proces-verbaal van politie Eenheid Oost-Brabant met proces-verbaalnummer OBRAA18218-300, op ambtseed opgemaakt d.d. 27 februari 2019, aantal doorgenummerde bladzijden: 1 (met bijgevoegd rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 7 januari 2019).
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking daarvan. Deze uitwerking is als bijlage A bij dit vonnis gevoegd en de inhoud van die bijlage dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Inleiding.
Op 18 juli 2018 is het strafrechtelijk onderzoek “Kingstown” gestart naar aanleiding van een TCI-melding op 17 juli 2018. Volgens deze melding zou [verdachte] in de bossen bij Helmond in een oude schuur bij een pand een lab draaien waar synthetische drugs worden geproduceerd. Een tweede TCI-melding van 24 juli 2018 bevatte de navolgende informatie: “In de bossen bij Weert draait in een oude loods bij een pand een lab, waar synthetische drugs worden geproduceerd. Dit lab wordt gedraaid door [verdachte] .” Uit onderzoek is gebleken dat met “ [verdachte] ” verdachte wordt bedoeld en dat de locatie van het “lab in de bossen bij Weert” een perceel aan de [adres] (gemeente Weert) is.
Op 17 september 2018 zijn er twee observatiecamera’s geplaatst op het perceel aan de [adres] : één camera gericht op de toegangspoort en één camera gericht op het binnenterrein met hierop een vakantiewoning en een schuur. De camera’s hebben in de periode van 17 september 2018 tot en met 30 september 2018 verschillende activiteiten op het perceel geregistreerd.
Op de opgenomen camerabeelden zijn onder andere personen in wisselende samenstellingen te zien die voornoemd perceel bezoeken, op het perceel werkzaamheden verrichten en zich tussen vakantiewoning en de schuur heen en weer bewegen. Ook is regelmatig een witte Ford Transit bestelbus met [kenteken] te zien die het terrein op rijdt, waarna er goederen de bestelbus in en/of uit worden geladen. Deze bestelbus blijkt in gebruik te zijn bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Te zien is dat de personen op het perceel zich bezighouden met het verplaatsen van ketels, jerrycans en andere goederen en dat zij daarbij vaak handschoenen dragen.
Op 3 oktober 2018 omstreeks 02.28 uur heeft de politie een inval gedaan op het perceel aan de [adres] . Zowel in de schuur als in de vakantiewoning werd een in werking zijnd laboratorium voor het produceren van synthetische drugs aangetroffen. Bij de inval zijn de volgende personen op het perceel aangehouden: verdachte, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 5] heeft zich op 5 oktober 2018 bij de wijkagent gemeld.
De medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 9] zijn op een later moment geïdentificeerd aan de hand van de opgenomen camerabeelden.
Op 3 oktober 2018 heeft de Landelijke Eenheid, Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO), een onderzoek ingesteld op het perceel en de daarop geplaatste opstallen aan de [adres] . Op het perceel bevonden zich een vakantiewoning, een schuur en een zelfgemaakte opslagruimte die vanaf de openbare weg te bereiken waren via een oprit. De verschillende ruimtes van de woning waren ingericht en in gebruik ten behoeve van de vervaardiging c.q. bewerking van synthetische drugs en de opslag van chemicaliën en hardware. Twee ruimtes in de schuur waren ingericht en in gebruik ten behoeve van de vervaardiging van synthetisch drugs c.q. precursoren. Voor de ingang van de schuur stonden verpakkingen met chemicaliën opgeslagen. In de schuur bevonden zich drie kookopstellingen waarvan er op het moment van de inval twee in werking waren en waarmee men de precursor BMK vervaardigde met behulp van een zuur. In totaal was er ongeveer 106,5 liter ruwe BMK in de schuur aanwezig. Met de ter plaatse vervaardigde BMK werd vervolgens met de tevens aanwezige benodigde chemicaliën (formamide, mierenzuur, zoutzuur en caustic soda) amfetamine vervaardigd volgens de Leuckart-methode. Er was ongeveer 6,2 liter amfetaminebase in de schuur aanwezig. In de zelfgemaakte buitenruimte werd de ruwe zure amfetaminebase (olie) in loogvaten gescheiden van de zure onderlaag, zodat ruwe amfetamineolie ontstond. Deze ruwe amfetamineolie werd vervolgens met een in de woning aanwezige stoomdestillatieopstelling gezuiverd.
Op het perceel stond een grote hoeveelheid productieafval opgeslagen.
Van de op het perceel aangetroffen vloeistoffen, poeders en andere stoffen zijn monsters genomen die voor onderzoek zijn aangeboden aan het NFI. Uit het rapport van het NFI van 7 januari 2019 volgt dat in het onderzoeksmateriaal onder andere BMK, N-formylamfetamine, mierenzuur, fosforzuur, APAA, MAPA, zwavelzuur en formamide is aangetoond. Het onderzoeksmateriaal was volgens het NFI te relateren aan de vervaardiging van BMK uit APAA en MAPA en de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckart-methode.
Het perceel aan de [adres] is sinds 18 april 2018 eigendom van [medeverdachte 5] .
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 1, 2, 3 en 4.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft verzocht om verdachte vrij te spreken van de ten laste gelegde feiten 1, 2 en 3. De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 4 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 en 2.
Uit de stukken in het dossier - met name uit het rapport van de LFO en het onderzoek door het NFI naar de genomen monsters van de verschillende aangetroffen stoffen en de daaruit getrokken conclusies – blijkt dat op het moment dat de politie op 3 oktober 2018 het perceel aan de [adres] betrad, op dit perceel ruimtes voor de productie van synthetische drugs aanwezig waren en dat er een laboratoriumopstelling voor het vervaardigen van amfetamineolie in werking was.
De rechtbank moet de vraag beantwoorden of verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en), betrokken is geweest bij dit drugslaboratorium en het productieproces. Bij de beantwoording van deze vraag acht de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden van belang.
De omstandigheden waaronder verdachte en de medeverdachten zijn aangehouden.
Bij het betreden van het perceel aan de [adres] op 3 oktober 2018 om 02.28 uur heeft de politie waargenomen dat verdachte en [medeverdachte 3] na het aanroepen “Stop politie” zijn weggerend en zich op het perceel probeerden te verschuilen. Verdachte is aangehouden onder een struik op een afstand van 10 meter vanaf de schuur. [medeverdachte 3] is aangehouden onder de overkapping van de schuur, waar hij weggedoken zat. [medeverdachte 4] is aangehouden aan de achterzijde van de schuur.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat verdachte en [medeverdachte 4] die nacht in de schuur bezig waren met bollen en dat het erop leek dat ze aan het koken waren. In de schuur werden die nacht kokende en borrelende glazen bollen aangetroffen.
Sleutels.Bij de aanhouding van verdachte is onder zijn lichaam een sleutelbos aangetroffen. De sleutels aan deze sleutelbos bleken te passen op de sloten van de schuur en de vakantiewoning op het perceel aan de [adres] . In de woning van verdachte is nog een sleutelbos aangetroffen. Eén van de sleutels aan deze sleutelbos bleek eveneens te passen op het slot van de voordeur van de woning aan de [adres] .
Observatie van verdachte.
Op 16 augustus 2018 neemt het observatieteam waar dat [medeverdachte 5] bij de Maaspoorthal te ’s-Hertogenbosch bij verdachte in een bestelbus stapt. De bus rijdt vervolgens naar Schijndel naar de winkel Cranenbroek.
Op de camerabeelden gemaakt bij Cranenbroek worden [medeverdachte 5] en [verdachte] waargenomen. Er wordt gezien dat zij bij het rek met waterpompen, slangen en toebehoren staan. [medeverdachte 5] heeft hierover verklaard dat zij die dag bij Cranenbroek een pomp hebben gekocht en dat verdachte deze heeft betaald.
Camerabeelden.In de periode dat de camera’s op het perceel draaiden – van 17 september 2018 tot en met 30 september 2018 - was verdachte bijna alle dagen op het perceel aanwezig. Vrijwel al die dagen was hij daar met [medeverdachte 8] . Ook anderen waren regelmatig gelijktijdig met verdachte aanwezig, zoals medeverdachte [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] . Op de beelden is te zien dat verdachte allerhande werkzaamheden op het perceel verrichtte. Ook ’s nachts ging de bedrijvigheid op het perceel door.
Op 19 september 2018 is onder andere te zien dat verdachte samen met [medeverdachte 8] gele pakketten uit de witte bestelbus laadt en deze voor de schuur op de grond legt. Na de inval op 3 oktober 2018 werden soortgelijke gele pakketten op precies die plek aangetroffen. Deze pakketten bleken APAA te bevatten.
Op 20 september 2018 is onder andere te zien dat verdachte en [medeverdachte 8] blauwe tonnen uit de bus halen en naar de schuur brengen. In de schuur en ook elders op het perceel werden later dergelijke tonnen (klemdekselvaten) aangetroffen, die onder meer werden gebruikt voor de omzetting van BMK en als loogvaten.
Op 21 september 2018 is onder andere te zien dat verdachte met een waterslang over het perceel loopt.
Op 22 september 2018 is onder andere te zien dat verdachte en [medeverdachte 8] van de woning naar de schuur lopen en doeken voor hun gezocht binden.
Op 23 september 2018 is onder andere te zien dat verdachte met bigshoppers in zijn handen over het perceel loopt.
Op 24 september 2018 is onder andere te zien dat verdachte en [medeverdachte 8] gevulde jerrycans met lichtgele en bruine vloeistof in een witte Volkswagen Polo laden. Later verlaten zij het perceel in diezelfde auto.
Op 25 september 2018 is onder andere te zien dat verdachte en [medeverdachte 4] een drukvat op wieltjes richting de woning duwen, terwijl verdachte in zijn linkerhand een gasfles draagt. Een dergelijk drukvat werd later in de woning aangetroffen.
Betrouwbaarheid verklaring [medeverdachte 5] .
De verdediging heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 5] betwist.
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen die [medeverdachte 5] bij de politie heeft afgelegd gedetailleerd zijn, grotendeels gelijkluidend en bovendien in overeenstemming met hetgeen tijdens de observaties, op de camerabeelden en bij het onderzoek op het perceel is waargenomen. Daarbij verwijst de rechtbank onder meer naar de wijze van aankoop van het perceel, de bouw van het afdakje, het bezoek aan Cranenbroek te Schijndel, de werkwijze op het perceel (handschoenen aan en geen lege (drink)verpakkingen rond laten slingeren) en de beschrijving van de goederen op het perceel (zoals de blauwe vaten onder een zeil naast de schuur).
De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 5] te twijfelen en zal deze dan ook betrekken bij de beoordeling van het bewijs.
Verklaring van verdachte.
Verdachte heeft verklaard dat hij via chatberichten van een onbekende persoon genaamd [naam] opdrachten kreeg om op het perceel werkzaamheden te verrichten. Verdachte zegt dat hij niets wist van de productie van synthetische drugs aldaar, maar dat hij op een gegeven moment wel het idee kreeg “dat er iets niet klopte”. Verdachte heeft verklaard dat hij - in het kader van die opdrachten - samen met [medeverdachte 5] en een andere persoon een afdakje op het perceel heeft getimmerd. Verdachte droeg naar zijn zeggen tijdens de werkzaamheden op het perceel altijd handschoenen, omdat hij niet tegen vuil kan.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte onaannemelijk en gaat hier aan voorbij. De rechtbank overweegt in dit verband allereerst dat de verklaring van verdachte wordt weersproken door de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] en de handelingen van verdachte die op de camerabeelden zijn waargenomen. Deze handelingen passen immers volledig bij hetgeen in het proces-verbaal zoals vermeld in de bij dit vonnis gevoegde bijlage A omtrent de Leuckart-methode is omschreven. De rechtbank concludeert op grond van de voormelde verklaringen en de beschrijvingen van de camerabeelden in het dossier dat verdachte betrokken was bij de productie van synthetische drugs op de op 3 oktober 2018 in Swartbroek aangetroffen productie-locatie. Uit dit alles en uit het feit dat verdachte wegrende en zich verstopte toen hij op 3 oktober 2018 ter plaatse werd aangetroffen, leidt de rechtbank af dat volkomen helder is dat verdachte precies wist wat daar gaande was. Op het moment van zijn aanhouding was verdachte bovendien in het bezit van twee sets sleutels die passen op de sloten van de opstallen op het perceel. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte zelfstandig toegang had tot het perceel.
Medeplegen.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard als is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van verdachte moet van voldoende gewicht zijn.
De rechtbank stelt vast dat uit de camerabeelden die zijn opgenomen op het perceel [adres] blijkt dat verdachte en de medeverdachten in wisselende samenstellingen in een soort van ploegendienst overdag en ‘s nacht aanwezig waren op het perceel en zich bezighielden met werkzaamheden ten behoeve van de productie van synthetische drugs met behulp van de Leuckart-methode. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte een belangrijke rol heeft gehad bij het aangetroffen synthetische drugslaboratorium. Verdachte was degene die [medeverdachte 5] ertoe bracht het perceel aan de [adres] aan te kopen. Verdachte ging mee naar de notaris voor het tekenen van de koopakte, nam daarna alle stukken mee en hij gaf [medeverdachte 5] de eerste maanden geld voor de huur. Ook was het verdachte die samen met [medeverdachte 5] in augustus 2018 een afdak bouwde op het perceel ten behoeve van het drugslaboratorium. Daarbij droeg verdachte [medeverdachte 5] op met handschoenen aan te werken. Laatstgenoemde mocht geen lege (drink)verpakking laten rondslingeren van verdachte. Verder blijkt uit de camerabeelden dat verdachte vrijwel alle dagen dat de camera draaide op het perceel aanwezig was en in wisselende samenstellingen met andere personen overdag en ‘s nacht werkzaamheden verrichtte op het perceel. Hij was in bezit van twee sets sleutels van de opstallen op het perceel. Verdachte heeft aldus een leidende rol gehad bij de aankoop van het perceel, de opbouw van het drugslaboratorium en de werkzaamheden in het drugslaboratorium.
Op grond van al deze feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten een actieve rol in het productieproces heeft gehad. De rechtbank is van oordeel dat de hierboven genoemde feiten en omstandigheden zodanig wijzen op een actieve betrokkenheid van verdachte bij de productie van synthetische drugs dat van hem een redelijke en geloofwaardige verklaring mag worden verlangd om een en ander te weerleggen. Verdachte heeft deze verklaring naar het oordeel van de rechtbank niet gegeven.
Gelet op de aanwezige stoffen, materialen en goederen op het perceel acht de rechtbank ook bewezen dat verdachte voorbereidingshandelingen voor het vervaardigen en bewerken van amfetamine heeft gepleegd en dat hij op 3 oktober 2018 met de medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine aanwezig heeft gehad. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de rol van verdachte en de medeverdachten bij het drugslaboratorium - kort gezegd hun aanwezigheid op het terrein en hun betrokkenheid bij het productieproces - stelt de rechtbank vast dat de aangetroffen goederen en stoffen zich in hun machtssfeer bevonden en acht de rechtbank bewezen dat verdachte ook deze voorbereidingshandelingen in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten heeft gepleegd.
Pleegperiode.
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij in totaal zes keer op het perceel aan de [adres] is geweest. De derde keer was na 18 juli 2018. Toen hij er eind juli, begin augustus 2018 voor de vierde keer (met verdachte) was zag [medeverdachte 5] (onder meer) een jongen in de schuur bezig, die, een doek voor zijn mond gebonden, met een pollepel stond te roeren in een ketel, waaronder een gasbrander brandde. De rechtbank leidt uit verschillende details (doek, pollepel, ketel, gasbrander) in de verklaring van [medeverdachte 5] af dat in ieder geval vanaf omstreeks 1 augustus 2018 op het perceel in Swartbroek synthetische drugs werden geproduceerd. Naar het oordeel van de rechtbank bevat het dossier (ten aanzien van het ten laste gelegde feit 1) onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte een bijdrage heeft geleverd aan de productie van amfetamine voorafgaand aan 1 augustus 2018. De rechtbank zal verdachte daarom (ten aanzien van feit 1) partieel vrijspreken van het deel van de tenlastelegging dat betrekking heeft op de periode voorafgaand aan 1 augustus 2018.
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank heeft gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Conclusie.
Gelet op het hiervoor overwogene, acht de rechtbank het onder feit 1, feit 2, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde zoals hieronder weergegeven wettig en overtuigend bewezen.