Op zondagavond 07 oktober 2018, omstreeks 20:58 uur, was ik thuis toen ik een bericht kreeg van een buurtbewoner dat er een verdacht persoon in mijn straat stond. Ik ben naar buiten gelopen en zag op dat moment geen personen in de straat.
Ik liep op de [straatnaam] en ik zag in de verte een silhouet van een persoon met donkere kleding en een rugzak.
Ik ben als hoofdagent werkzaam bij de politie Veghel van de Eenheid Oost-Brabant. Ik was op dat moment in burger, in vrije tijd dus niet in uniform en niet in dienst.
Ik zag toen dat deze persoon [naam verdachte] was. Ik ken deze persoon ambtshalve vanuit mijn rol als hoofdagent van politie.
Ik zag dat [naam verdachte] na onze confrontatie agressief was en aan het schreeuwen was. Ik zag dat [naam verdachte] opgefokt en zichtbaar boos was.
Ik hoorde hem roepen: “Jij was die kut politie agent, je bent een kut wout, je bent een kankerlijer”.
Op een gegeven moment stond hij op nog geen meter afstand van mij vandaan en hoorde ik hem roepen dat hij mij zou gaan vermoorden, dat hij mijn nek zou doorsnijden en mij zou laten doodbloeden. Hij bleef mij ook steeds doorgaan met beledigende woorden steeds voorzien van het woord kanker.
Hij bedreigde mij meerdere malen om mij te vermoorden, mijn keel door te snijden. Ik zag
dat hij met zijn hand en vingers langs zijn keel gebaarde als zijnde dat hij mijn keel zou doorsnijden. Op dat moment hoorde ik van de centralist van de meldkamer dat zij deze bedreigingen ook had gehoord en deze moeten dus op band staan. Hij bleef mij steeds beledigen met de woorden: kankerlijer, teringhond, kanker wout, hoerenjong en meer van dat soort woorden.
Ik werd wederom door hem bedreigd met de woorden: “ik snij je keel door, ik laat je doodbloeden op straat als een hond”.
Ik zag dat mijn collega’s hem direct aanhielden en zag dat ze [naam verdachte] in de boeien sloegen. Op het moment dat hij geboeid was, wilde ik zijn rugzak en zijn iPod van de grond pakken zodat deze spullen mee konden met de aangehouden verdachte voor transport. Op het moment dat ik deze spullen van de grond raapte en daarbij een stukje naar voren boog, voelde ik een hele harde klap in mijn hals, in mijn nek aan de linkerkant. Ik voelde een stekende pijn in mijn hals en stond echt te tollen op mijn benen.
Ik heb nu nog steeds pijn aan mijn keel en moeite met slikken. Er is geen zichtbaar letsel.
Bijkomstig de pijn in mijn hals is dit tevens een emotioneel zwaar incident voor mij. Ik ben namelijk in 2014 behandeld geweest voor halskanker op die plek. Ik ben geopereerd, bestraald en heb chemotherapie gehad. Deze plek is daarom extreem gevoelig.