Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 maart 2019,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van descente en van comparitie van 15 oktober 2019,
- de opmerkingen van partijen over het proces-verbaal.
2.Inleiding
3.3. De feiten
4.Het geschil
in conventie
veroordeling van [gedaagde] om binnen een maand de beplanting die zich in de voor- en achtertuin binnen een afstand van twee meter (in geval van bomen) dan wel 50 cm (in geval van heesters) van de perceelsgrens met [eiser] bevindt, te verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft,
5.De beoordeling
Vordering 3 in reconventie(om [gedaagde] op basis van de tussen hem en [eiser] gesloten overeenkomst doorgang te verlenen over zijn perceel naar de openbare weg aan de achterzijde van diens perceel 2214, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat hij geen toegang verleend), is gebaseerd op de verbintenisrechtelijke aanspraak die voortvloeit uit de overeenkomst van 18 februari 2003. Deze vordering is in zoverre toewijsbaar, dat [eiser] gehouden is om [gedaagde] doorgang te verlenen over een pad op perceel 2214 voor het aan- en afvoeren van materialen met gemotoriseerd vervoer tot aan de hoek van het weiland. Daarbij zal de dwangsom worden beperkt tot een bedrag van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00.
€ 1.279,95.
€ 50,00 per dag met een maximum van € 5.000,00.
opde erfgrens (HR 3 mei 1996, NJ 1996,501). Deze regel vindt uitzondering, als de buurman toestemming daarvoor heeft gegeven.
6.De beslissing
11 december 2019voor uitlating door [eiser] en door [eiser] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwillen overleggen, die stukken direct in het geding moeten brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op maandagen, dinsdagen en donderdagen in de maanden januari tot en met maart 2020 direct moeten opgeven, waarna dag en uur van de getuigenverhoren zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
11 december 2019voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage (r.o. 5.17),