ECLI:NL:RBOBR:2019:6591
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Uitvoer van amfetamine in contragewicht van graafmachine met bestemming Saoedi Arabië
Op 13 november 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij de uitvoer van ongeveer 534 kilogram amfetamine. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte deze hoeveelheid amfetamine had verborgen in het contragewicht van een graafmachine, die bestemd was voor export naar Saoedi Arabië. De verdachte had deze amfetamine eerder in Nederland in een loods opgeslagen. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 jaar, met aftrek van voorarrest.
De zaak kwam aan het licht toen de politie op 24 januari 2019 in het contragewicht van de graafmachine de amfetamine aantrof. De verdachte had samen met medeverdachten de graafmachine aangeschaft en de amfetamine in het contragewicht verborgen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn mededaders handelden in nauwe en bewuste samenwerking, en dat de handelingen gericht waren op de uitvoer van de verdovende middelen. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat er sprake was van een opzetje van een medeverdachte.
De rechtbank hield bij de strafoplegging rekening met de ernst van de feiten, de grote hoeveelheid amfetamine en de impact op de gezondheid van gebruikers. De rechtbank legde een gevangenisstraf op die in lijn is met de oriëntatiepunten voor straftoemeting, maar besloot tot een lichtere straf dan door de officier van justitie was geëist, omdat de opgelegde straf voldoende recht deed aan de ernst van het bewezen verklaarde.