In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 13 september 2019 een beschikking gegeven in het kader van het verzoek van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [Y] tot aanvulling van de registers van geboorte en overlijden. Het betreft een kind dat in 1981 is geboren na een zwangerschap van 20 weken en dat kort na de geboorte is overleden. De ouders van het kind, de moeder en de vader, hebben verzocht om het juridisch vaderschap van de vader en de naamskeuze van het kind vast te stellen, aangezien er geen geboorte- en overlijdensakte was opgemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ambtenaar van de burgerlijke stand als belanghebbende moet worden beschouwd en dat het verzoek ontvankelijk is. De rechtbank overweegt dat de Nederlandse wet geen mogelijkheid biedt om met terugwerkende kracht het juridisch vaderschap en de naamskeuze te laten plaatsvinden, wat een inbreuk vormt op het recht op family life zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. De rechtbank heeft geoordeeld dat de wensen van de ouders moeten prevaleren boven de juridische fictie en heeft besloten om de registers aan te vullen met de ontbrekende akten, zodat het kind de geslachtsnaam van de vader kan krijgen en de vader als juridische vader wordt erkend. De beschikking is gegeven door mr. V.R. de Meyere, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken op 4 september 2019.