Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
“…of je regelt het, of ik word echt boos en je gaat iets meemaken wat je niet mee wil maken, hoop dat je het gewoon netjes regelt Anders kijk je naar een stuk ijzer”. [getuige 6] is meerdere malen als getuige gehoord en hij bevestigt dat [slachtoffer] vanaf dat moment geld wilde zien van verdachte en dat [slachtoffer] telkens als hij in geldnood zat hem ( [getuige 6] ) vroeg om contact met verdachte te leggen. [3] [getuige 6] verklaart hier verder over dat hij heeft getracht [slachtoffer] weg te houden bij verdachte.
“was bijna zijn auto kwijt. Hih moet die 359 echt betale. Doet ie okk”.
de rechtbank begrijpt: [slachtoffer]) bij haar in de woning kwam. Hierbij werd haar door de jongen een vuurwapen getoond en zei de jongen dat hij het geld echt moest hebben omdat er anders iets anders zou gebeuren.
linksboven in kastje’). Ook zou geconcludeerd kunnen worden dat de vader van verdachte heeft meebetaald (vader: “
oké wat kost hij”, verdachte: “
2”, vader: “
heb de helft”, verdachte: “
ik ook”). Zowel verdachte als zijn vader zwijgen wanneer zij hierover nader worden bevraagd. De rechtbank stelt daarom vast dat deze gang van zaken op zijn minst genomen vragen oproept die niet door verdachte worden beantwoord.
“Kende vlug reageer of ik kom aan de deur, Maat begin te flikkpr, Jou keuze, Heb nu afspraak en daarna kom ik het halen. Als je niet reageert. Eh dan is het feest”. Verdachte zegt hierover dat hij hoopte dat [slachtoffer] niet langs zou komen omdat hij het adres niet kon vinden. De vader van verdachte [19] verklaart echter dat hij wist dat [slachtoffer] weer geld wilde hebben en dat hij daarom ook zijn auto weggezet heeft, zodat het zou lijken alsof er niemand thuis was. Hieruit lijkt te volgen dat verdachte en diens vader wisten dat [slachtoffer] die avond langs zou komen. Verdachte verklaart verder dat hij onder de douche stond toen er werd aangebeld, dat hij boven uit het slaapkamerraam heeft gekeken, dat hij [slachtoffer] daar agressief zag staan en dat hij zich vlug is gaan aankleden. Verdachte verklaart dat hij [slachtoffer] , hoewel hij niet het hele bedrag bij elkaar had, het geld dat hij wel had wilde geven en dat hij daarom [slachtoffer] achterna is gegaan in de hoop dat hij [slachtoffer] buiten nog zou treffen. Toen hij naar buiten liep, heeft verdachte het vuurwapen gepakt, dat hij in de schuur had verstopt, het magazijn erin geduwd en in de rechterzak van zijn vest gestopt. Later [20] verklaart verdachte dat hij niet meer weet of hij het magazijn in het wapen heeft gedaan en ter terechtzitting van 3 oktober 2018 verklaart verdachte dat het vuurwapen schietklaar (d.w.z. doorgeladen met de veiligheidspal erop) in het kastje lag.
(Drive)naar “P”
(Park)te zetten toen hij wilde stoppen. De auto rolde daarom door en uit beeld. Verder is op de beelden te zien dat weer 14 seconden later de bewoner van [straatnaam 3] (
de rechtbank begrijpt: getuige [getuige 3]) naar buiten komt en dat er een fietser (
de rechtbank begrijpt: getuige [getuige 4]) in beeld verschijnt. Getuige [getuige 3] [22] verklaart dat er ongeveer tien seconden zaten tussen het horen van de knallen buiten en het moment dat hij naar buiten liep.
“vieze kankerlijer, ik schiet je dood, ik maak je kapot”. [slachtoffer] greep gelijk naar dat tasje dat hij om had hangen, voor de zoveelste keer, zo stelt verdachte. Verdachte heeft toen niet gezien of [slachtoffer] daadwerkelijk een wapen pakte.
rechtbank: inpandige) schuur gerend en heeft daar het eerder door hem aangeschafte en schietklaar gemaakte vuurwapen uit de kast gepakt. Dit stopte hij in de zak van zijn vest. Vervolgens is hij snel naar de Volvo gelopen en de straat uitgereden. Om de hoek zag verdachte dat [slachtoffer] in een auto zat te wachten. Verdachte is vlakbij [slachtoffer] gestopt waarbij de auto een stukje is doorgerold doordat hij vergat hem in “P” te zetten. Verdachte is toen bijna tegelijkertijd met [slachtoffer] uitgestapt. Hij heeft toen gezegd dat hij het geld niet had. [slachtoffer] riep daarop
“vieze kankerlijer, ik schiet je dood, ik maak je kapot ”en maakte daarbij met zijn rechterhand een beweging naar het tasje. Verdachte heeft daarop zelf zijn wapen getrokken, de veiligheidspal omgezet en driemaal op [slachtoffer] geschoten. Verdachte zag dat [slachtoffer] neer ging, is weer ingestapt en is weggereden. Op de hoek van de straat is verdachte weer gestopt en uitgestapt. Nadat hij een stukje is teruggelopen is hij weer ingestapt en weggereden.
De strafbaarheid.
“vieze kankerlijer, ik schiet je dood, ik maak je kapot”riep onder het maken van een handbeweging richting zijn heuptasje, althans dat de verdachte op dat moment niet alleen kon maar ook mocht menen dat er sprake was van een ogenblikkelijk dreigend gevaar voor een wederrechtelijke aanranding waartegen hij zich moest verdedigen.
.Verder acht de rechtbank van belang dat [slachtoffer] op 25 april 2018 weer geld wilde zien. Gedurende die dag werd door [slachtoffer] op indringende wijze contact gezocht met verdachte en werd door hem aangekondigd dat hij eraan zou komen. Door de eerdere gebeurtenissen op 13 en 18 april 2018 vreesde verdachte in de optiek van de rechtbank begrijpelijk in de veronderstelling dat [slachtoffer] weer een vuurwapen zou trekken en heeft verdachte, toen [slachtoffer] met zijn rechterhand een beweging naar het tasje maakte waaruit eerder steeds het vuurwapen tevoorschijn was gekomen, dit geïnterpreteerd alsof [slachtoffer] op dat moment daadwerkelijk een vuurwapen uit het tasje haalde.