In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 19 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Bomenstichting en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze. De zaak betreft de omgevingsvergunning die op 20 december 2018 is verleend voor het kappen van zes zomereiken aan de Graafsebaan in Heesch. De Bomenstichting, eiseres, heeft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit van 11 februari 2019, waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de feiten vastgesteld, waarbij de focus lag op de twee monumentale eiken die gekapt moesten worden voor de reconstructie van de Graafsebaan, die noodzakelijk was voor de ontsluiting van een nieuwe woonwijk. De rechtbank heeft beoordeeld of er een volledige heroverweging van het primaire besluit heeft plaatsgevonden, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de verweerder de aanvraag om de omgevingsvergunning correct heeft beoordeeld en dat de verkeersveiligheid zwaarder weegt dan het behoud van de monumentale bomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de keuze voor de aanleg van een rotonde als beste alternatief voor de verkeersveiligheid gerechtvaardigd is, ondanks de noodzaak om twee monumentale bomen te kappen. De beroepsgrond van eiseres dat er geen volledige heroverweging heeft plaatsgevonden, is verworpen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.