Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[verweerster sub 1] ,
NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ NV,
1.De procedure
- het verzoekschrift,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 11 juni 2019 en de daarin genoemde stukken.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak gaat het om een deelgeschil naar aanleiding van een verkeersongeval dat plaatsvond op 2 juni 2018 op een rotonde te Valkenswaard. Verzoeker, die in een Mercedes G reed, stelt dat hij al op de rotonde reed toen verweerster sub 1, bestuurd door een andere partij, de rotonde opreed en een aanrijding veroorzaakte. Verzoeker heeft de WAM-verzekeraar van verweerster sub 1, Nationale-Nederlanden, aangesproken voor schadevergoeding, maar deze heeft aansprakelijkheid afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een deelgeschilprocedure, waarbij verzoeker vorderingen heeft gedaan voor schadevergoeding, inclusief materiële en immateriële schade, en buitengerechtelijke kosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de partijen verschillende versies van de toedracht van het ongeval hebben gepresenteerd. Verzoeker heeft foto’s en een registratieformulier van de politie overgelegd ter ondersteuning van zijn versie, terwijl verweerster sub 1 en haar verzekeraar de aansprakelijkheid betwisten en een andere versie van de feiten naar voren brengen. De rechtbank concludeert dat de deelgeschilprocedure zich niet leent voor nadere bewijsvoering, zoals het horen van getuigen, en dat de investering in tijd en kosten niet opweegt tegen het belang van de vordering. Daarom wordt het verzoek afgewezen op grond van artikel 1019z Rv.
De rechtbank wijst ook de kosten van het deelgeschil af, omdat de procedure niet onnodig of onterecht was ingesteld. De beslissing van de rechtbank is op 25 juni 2019 openbaar uitgesproken door mr. M.J.M.A. van der Put.