ECLI:NL:RBOBR:2019:5001

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 augustus 2019
Publicatiedatum
27 augustus 2019
Zaaknummer
19/324
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen de vastgestelde waarde van onroerende zaak en de onroerende-zaakbelastingen

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Geldrop-Mierlo, die op 28 februari 2018 de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres], heeft vastgesteld op € 342.000 per waardepeildatum 1 januari 2017 voor het kalenderjaar 2018. Eiser was het niet eens met deze vaststelling en heeft bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd op 17 december 2018 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de Rechtbank Oost-Brabant.

Tijdens de zitting op 15 augustus 2019 hebben partijen een compromis bereikt over de waarde van de woning, waarbij zij overeenkwamen dat deze per waardepeildatum 1 januari 2017 voor het kalenderjaar 2018 op € 325.000 moet worden vastgesteld. Daarnaast zijn partijen het eens geworden over de vergoeding van de door eiser gemaakte kosten in bezwaar en beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil meer resteert tussen partijen, waardoor eiser geen procesbelang meer heeft bij een rechterlijk oordeel over de bestreden uitspraak.

De rechtbank heeft daarom het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Boekhorst, rechter, en is in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2019. Tegen deze uitspraak staat een hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak kan worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 19/324

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 augustus 2019 in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser,

(gemachtigde: A. Oosters),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Geldrop-Mierlo, verweerder

(gemachtigde: I. Cramer).

Procesverloop

Bij beschikking van 28 februari 2018, vervat in een op die datum gedagtekend aanslagbiljet, heeft verweerder op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2017, voor het kalenderjaar 2018, vastgesteld op
€ 342.000. In dit geschrift is tevens de aanslag onroerende-zaakbelastingen (OZB) voor het kalenderjaar 2018 bekend gemaakt.
Bij uitspraak op bezwaar van 17 december 2018 (de bestreden uitspraak) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de waarde van de woning gehandhaafd.
Eiser heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 augustus 2019. Namens de gemachtigde van eiser is [naam] verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Partijen zijn ter zitting bij wijze van compromis overeengekomen dat de waarde van de woning per waardepeildatum 1 januari 2017, voor het kalenderjaar 2018, moet worden vastgesteld op € 325.000. Tevens zijn partijen overeengekomen dat verweerder de door eiser gemaakte kosten in bezwaar en beroep als volgt vergoedt: 1 punt voor het indienen van een bezwaarschrift, 1 punt voor de hoorzitting met een waarde per punt van € 254 en een wegingsfactor 1, 1 punt voor het indienen van een beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 512 en een wegingsfactor ½), alsmede de door hem gemaakte taxatiekosten (van € 256,52 inclusief BTW) en het griffierecht ten bedrage van € 46.
Omdat er geen geschil tussen partijen meer resteert, heeft eiser geen procesbelang bij een rechterlijk oordeel over de bestreden uitspraak. Het beroep zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Boekhorst, rechter, in aanwezigheid van
M. Brok, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op 28 augustus 2019.
De griffier is verhinderd rechter
deze uitspraak te ondertekenen
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.