ECLI:NL:RBOBR:2019:4964

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
27 augustus 2019
Publicatiedatum
26 augustus 2019
Zaaknummer
19/1187
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure omtrent omgevingsvergunning voor wijziging kantoorgebouw naar woongebouw en kantoorruimte

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 augustus 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de verlening van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss. De vergunninghoudster, Parkstaete Oss B.V., had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het wijzigen van een kantoorgebouw aan [adres] te [woonplaats] in een woongebouw met kantoorruimte voor zorginstelling Amarant. Eisers, bewoners van een nabijgelegen woning, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning, omdat zij vrezen voor geluidsoverlast en inbreuk op hun privacy door de aanwezigheid van jongeren met een licht verstandelijke beperking in het gebouw.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning is verleend op basis van de artikelen 2.10 en 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat de afwijking van het bestemmingsplan is toegestaan. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de vergunninghoudster zwaarder wegen dan de bezwaren van eisers. De rechtbank heeft overwogen dat de leefbaarheid van het stadscentrum van Oss gebaat is bij het voorkomen van leegstand van panden en dat er behoefte is aan huisvesting voor jongeren met een verstandelijke beperking. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de door eisers gestelde overlast en privacy-inbreuk niet zodanig zijn dat dit aanleiding had moeten geven om de vergunning te weigeren.

De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 19/1187

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 augustus 2019 in de zaak tussen

[naam] , te [woonplaats] , eisers

(gemachtigde: [naam] ),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss, verweerder

(gemachtigde: Th. Van Zandvoort).

Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen: Parkstaete Oss B.V. te Oss,

(gemachtigde: [naam] )
en

Stichting Amarant, te Best

(gemachtigden: [naam] en [naam] ).

Procesverloop

Bij besluit van 24 april 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder Parkstaete Oss B.V. (hierna: vergunninghoudster) een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het kantoorgebouw aan het adres [adres] te [woonplaats] tot woongebouw en kantoorruimte.
Bij besluit van 20 maart 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 juli 2019. Eiser [naam] is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van eisers. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Derde-partijen zijn verschenen, vertegenwoordigd door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. Op 3 april 2018 heeft vergunninghoudster een omgevingsvergunning aangevraagd voor het wijzigen van het bestaande kantoorgebouw aan het [naam] te [woonplaats] in wooneenheden voor 17 jongeren tussen de
16 en 22 jaar met een licht verstandelijke beperking en kantoorruimte voor zorginstelling Amarant. Het kantoorgedeelte van Amarant komt op de begane grond van het voormalige kantoorgebouw. Op de eerste en tweede verdieping zijn de wooneenheden voor de jongeren en enkele gemeenschappelijke ruimtes voorzien. Eisers wonen aan het adres [adres] te [woonplaats] . Dit is tegenover het voormalige kantoorgebouw. Eisers kijken vanuit hun woning uit op de zijgevel van het kantoorgebouw.
Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan “Centrum Oss 2013” rust op het perceel de bestemming “kantoor”. Het huisvesten van jongeren met een licht verstandelijke beperking is in strijd met deze bestemming. De omgevingsvergunning voor het bouwen en het afwijken van het bestemmingsplan is verleend op grond van de artikelen 2.10 eerste lid, onder c, en 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard en daarbij expliciet overwogen dat de afwijking van het bestemmingsplan wat betreft de verbouwing van het pand en het gewijzigde gebruik ervan zijn vergund op grond van artikel 4, aanhef en onder 1 en 9 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Verweerder heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat verlening van de omgevingsvergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
3.1
Eisers stellen dat verweerder de omgevingsvergunning ten onrechte heeft verleend. Volgens eisers wordt hun woon- en leefklimaat door geluidsoverlast en inbreuk op hun privacy door inkijk onevenredig aangetast door het gebruik van het voormalige kantoorpand door de licht verstandelijke beperkte jongeren en had verweerder hierin aanleiding moeten zien de omgevingsvergunning te weigeren. Wat betreft de geluidsoverlast stellen eisers dat hun woning maar op een afstand van ruim 7 meter van het voormalige kantoorgebouw is gelegen en dat zij geluidsoverlast van de jongeren zullen ervaren. Volgens hen is dat op dit moment al het geval. De geluidsoverlast van de jongeren komt onder andere vanaf de binnenplaats aan de achterzijde van het voormalige kantoorgebouw. Die plek gebruiken zij om te roken. Ook hebben de jongeren in de zomerperiode de ramen openstaan en hebben zij overlast van de muziek die zij draaien, aldus eisers. Door de beperkte afstand tussen hun woning en het kantoorgebouw waarin de wooneenheden van de jongeren zijn gerealiseerd, is het resonerend effect van het stemgeluid in de steeg groot. Verder wijzen eisers er op dat de wooneenheden van de jongeren tegenover hun woon- en slaapkamer zijn gelegen en dat zij door de inkijk in hun woning onaanvaardbaar worden aangetast in hun privacy. Eisers wijzen in dit verband op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 16 september 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2387. Uit die uitspraak volgt volgens hen dat het feit dat privacy door een planologische gebruikswijziging onder druk komt te staan nadrukkelijk bij de besluitvorming moet worden betrokken en bij beperkte afstanden over en weer moet leiden tot een weigering van een omgevingsvergunning voor het bedoelde gebruik. Dat het bedoelde gebruik bestaat uit de bewoning door jongeren met een verstandelijke beperking die mogelijk vaker overlast veroorzaken zou daarbij een extra rol moeten spelen, aldus eisers. Ook zou moeten worden meegenomen dat de afstand tussen het voormalige woongebouw en hun woning zelfs binnen binnenstedelijk gebied zeer gering is.
3.2 Verweerder stelt dat het vergunde kantoorgedeelte van Amarant op werkdagen tussen 8:00 en 18:00 uur in gebruik is en dat de jongeren op werkdagen vanaf 16:00 uur en in het weekend in het pand aanwezig zullen zijn. Volgens verweerder is de bezetting van het voormalige kantoorgebouw in de vergunde situatie dan ook beduidend lager dan toen het nog als kantoor in gebruik was en er zo’n 60 mensen werkzaam waren. Weliswaar is de bezetting van het kantoorgebouw in de avonduren en in het weekend toegenomen, maar dit betekent volgens verweerder niet dat de omgevingsvergunning niet verleend had kunnen worden. Wat betreft de gestelde geluidsoverlast heeft verweerder toegelicht dat de jongeren de afgesloten buitenruimte gebruiken als rookruimte. Voor zover geluidsoverlast wordt ervaren kunnen klachten bij Amarant worden ingediend. Ook wijst verweerder er op dat de groepsleiding
24 uur per dag aanwezig is om ervoor te zorgdragen dat geluidsoverlast zoveel mogelijk wordt voorkomen. Met betrekking tot de privacy van eisers stelt verweerder dat de woning van eisers op de derde en vierde verdieping zijn gelegen en dat de daar tegenover gelegen wooneenheden van de jongeren zijn voorzien van matterende folie, glasgordijnen en overgordijnen. Gelet op de afstand tussen het voormalige kantoorpand en de woning van eisers is geen sprake van een zodanige inbreuk op de privacy van eisers dat hierin aanleiding had moeten worden gezien de aangevraagde omgevingsvergunning te weigeren, aldus verweerder. Hij brengt in dit verband tevens naar voren dat de woning van eisers deels hoger gelegen is dan het voormalige kantoorgebouw en dat ook al sprake was van inkijk toen het gebouw nog als kantoor werd gebruikt. Volgens verweerder is de mogelijkheid van inkijk in een woning niet uniek voor binnenstedelijke begrippen. De uitspraak van de Afdeling waar eisers naar verwijzen is volgens verweerder niet toepasselijk, omdat het daarin ging om het realiseren van een bedrijfswoning op een achterterrein op korte afstand van vrijstaande woningen. Die situatie is niet vergelijkbaar met onderhavige situatie, aldus verweerder. Ook heeft verweerder nog naar voren gebracht dat de verleende omgevingsvergunning tegemoet komt aan de wens van de gemeente Oss om leegstaande panden in het centrum van Oss zo nuttig mogelijk te gebruiken en leegstand zoveel mogelijk te voorkomen.
3.3
De beslissing om al dan niet met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, onder c, gelezen in verbinding met artikel 2.12 van de Wabo omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan behoort tot de bevoegdheid van verweerder. Gelet op de aanhef bij artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo mag de activiteit niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening. Verder geldt dat verweerder beleidsruimte heeft bij de beslissing of het gebruik maakt van zijn bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan. De bestuursrechter toetst of verweerder bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
3.4
De rechtbank is van oordeel dat verweerder bij afweging van de bij deze zaak betrokken belangen meer waarde heeft kunnen toekennen aan het belang van vergunninghoudster bij het
verkrijgen van de omgevingsvergunning dan aan de door eisers gestelde belangen. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat er in het centrum van Oss, in de omgeving van het Raadhuisplein, veel kantoren leegstaan. De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat het de leefbaarheid van een stadscentrum ten goede komt als leegstand van panden zoveel mogelijk wordt voorkomen. Daarnaast heeft verweerder, aangevuld door Amarant, toegelicht dat er behoefte bestaat aan de huisvesting van jongeren met een verstandelijke beperking. Gelet hierop krijgt het leegstaande kantoorpand een zinnige functie. Naar het oordeel van de rechtbank wordt het woon- en leefklimaat van eisers door het verlenen van de omgevingsvergunning niet zodanig aangetast dat verweerder hierin aanleiding had moeten zien de aanvraag af te wijzen. Wat betreft de gestelde geluidsoverlast, geldt in de eerste plaats dat er 24 uur per dag begeleiding voor de jongeren aanwezig is om ervoor te zorgdragen dat zij zo min mogelijk overlast veroorzaken voor de omgeving. Ter zitting is door Amarant toegelicht dat er tot 22:30 uur drie begeleiders aanwezig zijn en dat er in de nacht één begeleider is. Daarnaast heeft Amarant te kennen gegeven dat klachten over geluidsoverlast of andere vormen van overlast bij haar kunnen worden gemeld. Gelet hierop worden er naar het oordeel van de rechtbank dan ook voldoende maatregelen getroffen om geluidoverlast van jongeren zoveel mogelijk te voorkomen en, voor zover daar wel sprake van is, dit op te lossen. Ter zitting is ook gebleken dat eisers al eens een klacht over geluidsoverlast bij Amarant hebben ingediend en dat er toen is ingegrepen. In de door eisers gestelde inbreuk op hun privacy heeft verweerder evenmin aanleiding hoeven zien om de omgevingsvergunning te weigeren. Op basis van google maps, waar ter zitting gezamenlijk naar gekeken is, de luchtfoto en overige foto’s in het dossier stelt de rechtbank vast dat de woning van eisers is gelegen op de derde en vierde woonlaag van het pand dat uitkijkt op de zijgevel van het voormalige kantoorgebouw. De wooneenheden van de jongeren met een verstandelijke beperking en hun gemeenschappelijke ruimtes zijn gelegen op de eerste en tweede verdieping van het voormalige kantoorgebouw. Verder is ter zitting vastgesteld dat de slaapkamer van eisers op de derde woonlaag is gelegen en dat zij op de vierde woonlaag hun woonkamer hebben. Tevens is op de foto’s te zien dat voor hun woonkamer een balkon ligt. Naar het oordeel van de rechtbank is de inkijk vanuit het voormalige kantoorgebouw in de woonkamer van eisers, nu de vierde woonlaag van het pand waarin zij wonen deels boven het kantoorgebouw uitkomt en voor hun woonkamer nog een balkon is gelegen, dan ook minimaal. Inkijk in hun slaapkamer is weliswaar niet uit te sluiten, maar, gelet op het feit dat men over het algemeen uitsluitend in een slaapkamer aanwezig is om te slapen met de gordijnen dicht, heeft verweerder in de mogelijke inkijk in de slaapkamer van eisers geen aanleiding hoeven zien de aangevraagde omgevingsvergunning te weigeren. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de ramen van de wooneenheden van de jongeren zijn voorzien van matterende folie en glasgordijnen, zodat ook de inkijk in de slaapkamer van eisers beperkt zal zijn. De verwijzing van eisers naar de uitspraak van de Afdeling van
6 september 2017 biedt geen grond voor een ander oordeel. In die uitspraak heeft de Afdeling overwogen dat het bestuursorgaan het verlies van privacy van omwonenden terecht bij de besluitvorming had betrokken, nu dit aspect invloed heeft op het bestaande woon- en leefklimaat en als zodanig onderdeel uitmaakt van de belangenafweging in het kader van de vraag of sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Verweerder heeft in onderhavige zaak in de gemaakte belangenafweging de mogelijke inbreuk op privacy ook betrokken. In dit geval heeft de gemaakte belangenafweging echter een andere uitkomst gehad dan in de door eisers aangehaalde uitspraak. Naar het oordeel van de rechtbank betekent dit echter niet dat verweerder in dit geval meer waarde had moeten toekennen aan de door eisers gestelde inbreuk op hun privacy dan aan het belang bij het verlenen van de omgevingsvergunning. Van gelijke gevallen is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. Gelet op het vorenstaande heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank gebruik mogen maken van de in artikel 2.12, eerste lid, aanhef, sub a, onder 2º, van de Wabo in samenhang gelezen met artikel 4, aanhef en onder 1 en 9, van Bijlage II bij het Bor neergelegde afwijkingsmogelijkheid en kon verweerder deze omgevingsvergunning in redelijkheid verlenen.
De beroepsgrond faalt.
4. Ter zitting hebben eisers nog naar voren gebracht dat voor de verlening van de omgevingsvergunning, gelet op de vergunde functiewijziging, mogelijk gebruik had moeten worden gemaakt van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure en dat niet afdoende geborgd is dat de instelling over voldoende parkeerplaatsen beschikt. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze gronden tardief, nu deze eerst ter zitting en niet al in het beroepschrift zijn aangevoerd. Deze gronden worden dan ook wegens strijd met een goede procesorde buiten beschouwing gelaten.
5. Het beroep van eisers is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Heijninck, rechter, in aanwezigheid van
R.G. van der Korput, griffier. De uitspraak is in het openbaar geschied op 27 augustus 2019.
griffier rechter
De griffier is buiten staat deze uitspraak te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.