Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het verzoekschrift van de moeder, ontvangen ter griffie op 11 april 2019;
- het verweerschrift van de vader, tevens houdende zelfstandige verzoeken;
- een F9-formulier met bijlagen van mr. Kilic-Arslan, gedateerd op 28 mei 2019;
- een brief van mr. Avontuur, gedateerd op 6 juni 2019;
- een brief van mr. Kilic-Arslan met bijlage, gedateerd op 9 juli 2019;
- een F9-formulier met bijlage van mr. Avontuur, gedateerd op 24 juli 2019.
- een F9-formulier met bijlage van mr. Kilic-Arslan, gedateerd op 29 juli 2019;
- het gewijzigd en aanvullend verzoekschrift van de man, gedateerd op 30 juli 2019;
- een F9-formulier van mr. Avontuur, gedateerd op 1 augustus 2019;
- een F9-formulier van mr. Kilic-Arslan, gedateerd op 2 augustus 2019.
2.De feiten
3.De verzoeken, het verweer en de zelfstandige verzoeken
4.De beoordeling
Rechtsmacht
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate van voorbereiding van de verhuizing;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarige en zijn mening;
- de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving;
- de (extra) kosten van het contact na de verhuizing.
“is ingeschreven op een zeer prestigieuze internationale school in [plaats]”. In haar bericht van 9 juli 2019 geeft moeder aan dat [naam kind] eind augustus, in het nieuwe schooljaar, kan
“beginnen aan een zeer prestigieuze internationale college en na het afleggen van een basisexamen direct doorstromen naar het tweede studiejaar”. Pas na de mondelinge behandeling, in haar bericht van 29 juli 2019, geeft moeder aan dat [naam kind] binnenkort toetsen moet afleggen om te bepalen “
op welk van de twee colleges hij kan beginnen en op welk niveau”. Waar moeder aanvankelijk de indruk wekte dat [naam kind] kan beginnen op een prestigieuze internationale school en dat hij na een examen kan doorstromen naar het tweede jaar, lijkt zij nu aan te geven dat er twee scholen zijn, dat nog niet duidelijk is naar welke school [naam kind] zal gaan en op welk niveau hij onderwijs zal volgen. De onduidelijkheid die moeder creëert komt voor haar rekening en risico en draagt voor de rechtbank bij aan het oordeel dat de verhuizing niet in voldoende mate is voorbereid. In dat kader acht de rechtbank ook van belang dat wel duidelijk is naar welke school en welk niveau [naam kind] in Nederland zou gaan, namelijk de [naam school] in [plaats].
“te bepalen dat beide ouders de kosten van [naam kind] voor de helft dragen.” Zij voert daartoe aan dat beide partijen het financieel goed hebben en daarbij past dat zij beide de kosten voor de helft dragen. In het ouderschapsplan is al bepaald dat de vader € 250,00 per maand dient te voldoen door het bedrag maandelijks te storten op de bankrekening van [naam kind] en partijen hebben los daarvan aanvullende afspraken gemaakt. Moeder verwacht dat vader de afspraken nu wel nakomt, want dat heeft hij tot op heden niet gedaan.
5.De beslissing
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op
andere wijze bekend is geworden.