Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Vrijspraak feit 5.
De bewezenverklaring.
Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.
Rechtbank Oost-Brabant
Op 25 januari 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die vier keer is veroordeeld voor het schenden van artikel 139f van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had in de periode van 7 december 2015 tot en met 20 januari 2016 heimelijk foto's gemaakt van vier vrouwen in een dameskleedkamer van een bedrijf te Mill, gemeente Mill en Sint Hubert, met behulp van een verborgen camera op zijn smartphone. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk handelde door deze afbeeldingen te vervaardigen, wat leidde tot gevoelens van schaamte en onveiligheid bij de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een vijfde feit, waarbij hij foto's naar een vriend had gestuurd, omdat niet kon worden vastgesteld dat deze vriend de afbeeldingen ongewild had ontvangen.
De rechtbank heeft de verdachte een taakstraf van 40 uur opgelegd, subsidiair 20 dagen jeugddetentie, en hem verplicht om schadevergoeding te betalen aan een van de slachtoffers. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat heeft geleid tot een lichtere straf dan door de officier van justitie was geëist. De verdachte, die op het moment van de feiten 18 jaar oud was, wordt berecht volgens het jeugdstrafrecht, waarbij de rechtbank rekening houdt met zijn persoonlijke omstandigheden en de noodzaak van behandeling voor zijn gedragsproblemen.