Op 5 augustus 2019 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een beroepsbestuurder van een vrachtauto, die op 9 oktober 2018 in Eindhoven een dodelijk verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte reed met een snelheid van ongeveer 90 kilometer per uur en negeerde matrixborden die een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur aangaven. Hierdoor botste hij met onverminderde snelheid tegen de achterzijde van een stilstaande personenauto, wat leidde tot de dood van de bestuurder van die auto, genaamd [slachtoffer]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gedragen, wat resulteerde in een verkeersongeval met dodelijke afloop. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het primair ten laste gelegde feit en heeft hem een taakstraf van 240 uren opgelegd, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 12 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van voorzichtigheid in het verkeer, vooral voor beroepschauffeurs.