Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juni 2019 met 5 producties;
- de brief van mr. Sanders-Maanurdin van 11 juli 2019 met een ter zitting te nemen conclusie van (voorwaardelijke) eis in reconventie alsmede 15 producties;
- de brief van mr McKernan van 15 juli 2019 met productie 6;
- de faxbrief van mr Sanders-Maanurdin van 15 juli 2019 met de producties 16-18;
- de faxbrieven van mr McKernan van 16 juli 2019 met de producties 7 en 8;
- de faxbrief van mr Sanders-Maanurdin van 16 juli 2019 met productie 19;
- de mondelinge behandeling op 17 juli 2019 om 09.30 uur;
- de pleitnota van [gedaagde] , waarin opgenomen een (deels voorwaardelijke) eis in reconventie
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
feitelijkaan inkomen beschikbaar was om de kosten van de huishouding te bestrijden. Uit de specificatie van de kapitaalpositie van [gedaagde] over 2017 blijkt dat er in dat jaar – per saldo – voor een bedrag van € 8.617,- in privé is opgenomen en waarmee ook privé-kosten zijn bestreden zoals verzekeringen, telefoongebruik, ziektekosten, nutsvoorzieningen en alimentatieverplichtingen.