Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
- (fictieve) laad- en losmeldingen en/of vervoershandelingen te verrichten en/ofte laten/doen verrichten en/of te registreren en/of te laten/doen registreren (op VDM’s en/of weegbonnen en/of via/door (valse) (digitale) AGR/GPS meldingen bij Dienst Regelingen (thans Rijksdienst voor Ondernemend Nederland)) en/of
- door het doen/laten opslaan van hoeveelheden mest in (een) — niet daarvoor geschikt(e) en/of toereikend(e) - (mest) opslag(en) en/of
- door het niet inzichtelijk maken van de werkelijke verplaatsing van die (hoeveelheden) mest en/of
- door gebruik te maken van valse AGR/GPS laad- en losmeldingen
- door het manipuleren van (mest)monsters van de niet geladen en/of geloste vrachten mest,
- (fictieve) laad- en losmeldingen en/of vervoershandelingen te verrichten en/of te laten/doen verrichten en/of te registreren en/of te laten/doen registreren (op VDM’s en/of weegbonnen en/of via/door (valse) (digitale) AGR/GFS meldingen bij Dienst Regelingen (thans Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) en/of
- door het doen/laten opslaan van hoeveelheden mest in (een) — niet daarvoor geschikt(e) en/of toereikend(e) - (mest) opslag(en) en/of
- door het niet inzichtelijk maken van de werkelijke verplaatsing van die (hoeveelheden) mest en/of
- door gebruik te maken van valse AGR/GPS laad- en losmeldingen
- door het manipuleren van (mest)monsters van de niet geladen en/of geloste vrachten mest,
- het tezamen en in vereniging met een of meer anderen gebruik maken van valse en/of vervalste geschriften als bedoeld in artikel 225 lid 2 wetboek van strafrecht en/of
- het tezamen en in vereniging met een of meer anderen witwassen van een voorwerp (dierlijke meststoffen) als bedoeld in artikel 420bis lid 1 wetboek van strafrecht,
- Het tezamen het in vereniging met een ander of andere natuurlijke personen en/of rechtspersonen handelen in strijd met artikel 14, eerste lid van de Meststoffenwet
De formele voorvragen.
De geldigheid van de dagvaarding.
De bevoegdheid van de rechtbank.
De ontvankelijkheid van de officier van justitie.
Schorsing der vervolging.
De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.
De aansprakelijkheid van de diverse rechtspersonen en van verdachte als feitelijk leidinggever.
ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit.
ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit.
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit.
nadathet daaraan ten grondslag liggende misdrijf, te weten het doen van voormelde valse meldingen, is gepleegd. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de hiervoor genoemde rechtspersonen de (fictieve) mest hebben verkregen uit enig door verdachte voorafgaande aan de ten laste gelegde witwashandelingen gepleegd misdrijf, beoordeeld naar de geldende witwasbepalingen in de ten laste gelegde periode van 1 januari 2010 tot en met 1 oktober 2014.
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit.